Onderduikadres

Verteller: Mw. van Leeuwen
Weesperzijde - Van der Kunbuurt

Er waren meer onderduikers bij ons in huis. Voor de meesten waren wij een doorgangshuis.

 'Mijn broer met mevrouw Groen, een van de onderduikers.'

'Mijn broer met mevrouw Groen, een van de onderduikers.'

Alle rechten voorbehouden

Herman was een Joods jongetje dat een jaar jonger was dan ik. Hij zat in de oorlog bij ons ondergedoken, in ons grote huis aan de Weesperzijde. Achter op de spoordijk stond afweergeschut en dat wilde nog wel eens tekeer gaan. Als hij bang werd, ging Herman tussen het grote fornuis en de schoorsteen staan. Dan riep hij: "ik heb trek, ik heb trek in een boterham met spek", om zijn angst te bezweren.

Er waren meer onderduikers bij ons in huis. Voor de meesten waren wij een doorgangshuis, zij bleven tot er een ander onderduikadres voor hen was gevonden. Het kostte veel inspanning om aan voldoende voedsel voor al die mensen te komen. Je moest overal in de rij staan voor eten. Tjalken die met een lading aardappels over de Amstel de stad in voeren, legden aan aan de Weesperzijde. Terwijl de schippers een oogje toeknepen, ging mijn broertje met jute zakken het ruim in en mijn vader tilde de volle zakken naar boven. Zij hoefden met de zakken aardappels alleen de straat over te steken naar ons huis. Daarbij moesten zij uitkijken voor de Nederlandse rechercheurs, mannen die een lange regenjas en een gleufhoed droegen, en die daar op en neer liepen.

Ik nam Herman mee naar mijn school met de Bijbel. Hij was zogenaamd een evacué uit Arnhem. Mij was op het hart gedrukt nooit aan iemand te vertellen wat er thuis gebeurde. Ik wist dat als ik daarover iets los zou laten, wij allemaal naar de gevangenis zouden gaan.

Alle rechten voorbehouden

4308 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

 Uit dank voor de hulp tijdens de oorlog plantten dhr. en mw. Groen in Israel een boom voor mijn ouders, in 1969. Zij ontvingen toen dit certificaat.

Uit dank voor de hulp tijdens de oorlog plantten dhr. en mw. Groen in Israel een boom voor mijn ouders, in 1969. Zij ontvingen toen dit certificaat.

Alle rechten voorbehouden

5 reacties

Voeg je reactie toe
Een bezoeker

wina swart

Ik werk aan een publicatie over de deli-brouwerij. Die was gevestigd op het huidige terrein van Weesperzijde 110 van 1887 tot en met 1913. Daarna is die overgenomen door Van Vollenhoven bierbrouwerij en die door Heineken.
Ook Erven Caspar Flick Chocoladefabriek en Luycks zijn op het terrein gevestigd geweest, vertelde men mij. Ik kan hierover echter geen bewijzen vinden in de archieven en andere informatiebronnen.
Aan een van de buitenmuren van de voormalig brouwerij staan twee Duitse namen geschreven. Wie o wie weet daar iets van af?
En is er iemand die mij kan helpen aan informatie en of afbeeldingen van genoemde bedrijven. Ik neem graag een interview af.

Een bezoeker

Chris

Ik vraag me af of mw van Leeuwen een familie Schrijver-Gokkes heeft gekend?

Visitor

Karla Willekes

Zo kom je nog eens wat te weten, ik wist wel dat er een onderduikadres was aan het begin van de Weesperzijde, bij de IJsbreker in de buurt. de familie Burgwal had onderduikers in huis. Mijn 'tante' Bep zat daar ondergedoken. Ze kwam na de oorlog bij ons wonen en heeft het bij ons heel lang uitgehouden. Tante Bep Cohen heeft haar ouders en twee zusjes nooit meer teruggezien. Haar familie woonde in de seinpost in Scheveningen en zijn naar Duitsland afgevoerd. Wij woonden op de Weesperzijde 67, de schoenmaker was mijn vader. kafjewil@wanadoo.nl

Visitor

Mar Selderijk-Box

Prachtig verhaal. Ik herinner mij dat mijn vader op die aardappelschuiten vaarde. Als die gleufhoeden even niet keken, dan schepte hij de nodige aardappelen op de grond zodat de mensen in ieder geval weer een maaltje hadden. Wij woonde toen (oorlogswinter) in de Diamantstraat. Later zijn we naar het Afrikanerplein verhuisd. We gingen iedere week met het pontje over bij de Marcusstraat naar de Diamantstraat. Daar woonde onze familie. Wij moesten met twee gezinnen in een betrekkelijk kleine woning omdat mijn vader bij de voedselvoorziening werkte en mijn oom en tante (kind van 8 plus baby) anders geen eten hadden. Een droevige tijd, maar ook een warme tijd met veel genegenheid naar elkaar. Als mama kookte (fornuis in de kamer) en dat gebeurde 's nachts, dan moesten wij de volgende dag altijd eten brengen bij de buurjongens van Volmer die beneden woonden en werkelijk uitgehongerd waren. Mijn moeder heeft er levens lang een trauma aan overgehouden en kon de laatste jaren van haar leven niet meer lopen en leefde van stoel op bed. Met name de joden heeft diep ingegrepen in haar leven. Zij heeft dat verdriet niet aangekund.
Al met al een fijne tijd later op het Afrikanerplein gehad. En een heerlijke tijd op de Oranje Vrijstaatschool bij juffrouw Hund. Een vrouw die een voorbeeld is geweest voor mijn hele leven. Ook zij was het die ons het respect bijgebracht heeft voor alle weggevoerde joden. Wij hadden dan op de speelplaats, bij de herdenkingsbank ieder jaar een defilee (verplicht bloemen meebrengen). Dank U juffrouw Hund!!!!!!

Visitor

Nico Groen

Bedankt, Mary, voor je verhaal, dat ik net heb ontdekt. De foto erbij, van je broer Leen en mijn moeder, gaf me een aardige schok. Ik zat als enig kind uit het gezin-Groen in die tijd elders in het land ondergedoken, maar ken de situatie aan Weesperzijde 108 uit hun verhalen nog heel goed. Jullie gezin heeft fantastisch werk gedaan in de oorlog, volstrekt onbaatzuchtig. We hadden na de oorlog veel contact met jullie.
Nico Groen, 5 oktober 2005