Of Philip heeft willen doorleren, valt niet met zekerheid te zeggen. Binnen de familie gaat het verhaal dat hij de intentie heeft gehad om medicijnen te gaan studeren.
Het enige dat zeker is, is dat hij in 1942 in een Joods Werkkamp is terechtgekomen.
Waarom hij niet op school is gebleven, is niet duidelijk. Feitelijk hoefde hij niet naar een dergelijk kamp. Heeft hij gekozen om bij zijn vader te zijn? Dat is niet gelukt omdat hij in een ander kamp terecht komt. Wel komen ze samen in Westerbork en het lijkt erop alsof ze daarna altijd bij elkaar zijn gebleven.
Naar ‘de werkverruiming’
Vanuit ‘zijn werkverruimingskamp’, zoals dat toen werd genoemd, heeft hij een briefkaart verstuurd aan de familie Keizer, de buren van de familie Gans. Philip zat in De Bruine Enk (Kamer 4, Groep 3) bij Nunspeet. Op de andere kant staat een foto afgebeeld van een grote boom in het bos met daaronder in drukletters: Nunspeet Bosgezicht. Het poststempel geeft aan: NUNSPEET 29.VIII-6. 1942.
Hij heeft in ieder geval ook nog een briefkaart geschreven. Het betreft een ansichtkaart met een fotocollage van Arnhem in het handschrift van Philip Gans (zoon). De briefkaart is gericht aan: Fam. Gans, Kramatweg 28, A'dam (O), met als afzender: dubbel onderstreept Oké Philip, Eddy, Salletje. Wie Eddy en Salletje zijn, is helaas onbekend. Op de kaart is een postzegel van 1½ cent geplakt met in potlood het keerteken X gezet. Er wordt geen datum vermeld.
Aankomst Westerbork
Vanuit dit Joodse Werkkamp is volgens de naoorlogse registratiekaart, op 28 augustus 1942 gearresteerd. Wanneer hij in Westerbork aankomt, is niet bekend. Samen met zijn vader is hij 2 november 1942 op transport gesteld naar Duitsland
(zie ook de informatie bij Pinehas).
Het is heel goed mogelijk dat Philip en zijn vader lange tijd samen zijn geweest. Samen in de zin van dat zij samen in diverse concentratiekampen hebben moeten werken. Philip is namelijk, net als zijn vader, op 7 februari 1945 in Gross Rosen vermoord.
Terug naar: de inhoudsopgave