Mijn jeugd in de Wetbuurt (2)

Via de speeltuinvereniging Frankendael kon je leren zwemmen

Auteur: Co van Geene
Wetbuurt
Reaumurstraat  - 1966 .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Reaumurstraat - 1966 .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

De dieren in onze omgeving

Mijn nicht Hennie Dweelaard-van Geene schreef het al:
Het paard van mijn oom Frank heette Corrie (het was een ruin) en het onze Leentje (merrie). In 1944 was het voer (met suikerbietenpulp) niet voldoende geweekt. Leentje kreeg koliek en lag dood in de stal. Haar opvolger was een zware, bruine bles. In het voorjaar van 1945 zochten wij hem tevergeefs in het weiland. Hij was ter plekke geslacht, een grote plek bloed gaf aan waar het gebeurd was.

De honden: Karro van de fam. Meijer sr. Ik was er bang voor.

Herdershond Herta van de fam. Weverling, de Groenendalers, de poedel van Ezerman. De schnauzer en bouviers van de fam. Graeber, de bok van bietenkokerij van Es. Een schitterende duiventil stond op het dak van de fam. v.d. Heuvel. Later waren er ook de vluchten van Ernst Bosma, van Piet van Westen en Evert Meijer bij.

Weespertrekvaart .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Weespertrekvaart .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Zwemles
Via de speeltuinvereniging Frankendael kon je leren zwemmen. Je moest daartoe afgemarcheerd worden naar het Sportfondsenband Oost (achter de Hema aan de
Linneausstraat). Verzamelen voor het clubhuis Frankendael en te voet verder via de Schagerlaan, Ringdijk naar de Linneausstraat. De leiding was in handen van kordate dames, o.a mevr. Van de Heuvel en mevr. Bleesing. Die twee herinner ik mij het best.

Omdat ik een vrij groot hoofd heb, zonk ik steeds, ik kon mijn hoofd niet boven water houden. Mijn vader had daar genoeg van en stuurde mij met een touw om mijn middel de Weespertrekvaart in. Steeds als ik te lang onder water bleef, trok hij me naar de kant. Uiteindelijk heb ik mijn zwemdiploma gehaald.

Buurtbewoners
De mensen, de winkels en venters bepaalden de leefomgeving. De buurtverenigingen: Frankendael. S.C. Jos, Kunst na Arbeid, Zang- en Operettevereniging, waren de saus.

Dan was er ook nog de 'figuurzaagclub'. Een groep bouwde modelzeilboten, de andere zweefvliegtuigen. Tegen de tijd dat ik kon figuurzagen, werden de activiteiten gestaakt. Er was geen hout meer en zeker geen figuurzaagjes. De leiders waren o.a.
Moens, Terlingen, Barend Bonnefeld, ....?

Speciaal waren de neringen van Herman de Waal met ijs en wafels, Toon de Soep, Berliner Bol en Piet Blank met vis.

Venters met hun speciale roep: Wie heeft er nog hazen- of konijnenvellen !! Zeeuwse mosselen, Zeeuwse mosselen !! Aardbei, mooie aardbei !! Blanke aal en kabeljauw !! Enz. enz..

Nog steeds herinner ik mij de namen van heel veel Fahrenheitstraat-bewoners uit de jaren '40 en '50. De naaste buren waren de families Felius en Bosma. De kruidenierswinkel van Van Mourik lag tegenover ons. Watze Bosma was kantonnier en zeer talentvol houtbewerker/houtdraaier. Piet Felius, geboren in Zeeland, werkte aanvankelijk bij de inpoldering van de Noordoostpolder, later bij Korff, sigarenmagazijn Frans Van Tienhoven.

De oorlog
In 1944 kwam de oorlog toch wel heel dichtbij. Er waren directe aanvallen : bommen op Amsterdam Noord, Amsterdam Zuid en de Mosquito-beschietingen van de Zuidergasfabriek. Er kwamen Duitse schoolbataljons oefenen op het zand en in de straten. De in woestijncamouflage gespoten 'halftracks' voor Rommel reden over de Weesperzijde naar de haven voor transport naar het 'Afrika Korps'. De afweergeschutbatterij Klingermann met zoeklichtondersteuning bulderde op het gebied tussen Middenweg, park Frankendael en de Oosterbegraafplaats, 's nachts altijd die kanonnen. Zoeklichten en brandende vliegtuigen. De volgende dag scherven zoeken, die je 's nachts op de golfplaten had horen neerkomen.

Maar ook het scheppen van raapolie uit het kanaal tussen Maschmeijer en Blooker was een gebeurtenis. Een afsluiter van een olietank van Bertels was gesaboteerd. De wijde omgeving kwam olie afromen om thuis te gebruiken. Je kon er heel wel je suikerbietenpulppannenkoeken mee bakken op je noodkacheltje.

Over de voedselsituatie het volgende: zelfs de suikerbieten waren op de bon. Ik zie nog helder de volgende tekst op onze etalageruit:

SUIKERBIETEN
Klant nrs 1 t/m 300 5 Februari
Klant nrs 300 t/m 510 6 Februari

Mijn oom Jan van Geene, die mijn vader wekelijks te hulp schoot, werd "rijregelaar".

Op de foto hieronder uit 1944 zie je ons gezin. De uitleg was: als we elkaar kwijtraken, dan is er nog deze foto. Ongetwijfeld dacht men wel eens: "Die groenteboer zal wel iets voor zichzelf onder de toonbank hebben". Op een avond kwamen twee buurtbewoners, onder etenstijd, even binnenlopen. Wij aten op dat moment tulpenbollensoep. Je mond trok er van samen en de buren hebben de pan mee naar huis gekregen als
"Proof of the pudding is in the eating".

5 Co van Geene .<br />Foto: Co van Geene

5 Co van Geene .
Foto: Co van Geene

Alle rechten voorbehouden

Mijn voeten groeiden, dus de schoenmaker aan de gang met het leer van een oude aktetas. Tijdens het passen bleken ze te klein! Dus terug naar de klompen, die uit het dorp van mijn moeder kwamen.

Drie kranen
Het was begin 1945, ik keek naar de kraan waaruit op bepaalde uren geen water kwam. Toen bedacht ik "later wil ik in mijn huis drie kranen". Een voor water, een voor spijsolie en een voor limonade. Heel veel jaren later zag ik in een kibboetseetzaal drie kranen voor water, spijsolie en vruchtensap ! Voor burgerauto’s was er geen benzine. Als brandstof diende dan het gas uit een houtgestookte gasgenerator. Die grote kachel werd tussen cabine en laadruimte gemonteerd of achter op de auto. Op een middag had de postauto pech, de generator was uitgevallen. Of mijn vader de auto met zijn paard kon wegslepen naar het PTT-kantoor aan de Tolstraat. De terugweg wilde hij als ruiter afleggen. Omdat het paard groot was en mijn vader niet zo, kwam hij toch via een vuilnisemmer op de paardenrug terecht.

-------------------------------------------

Voor deel 1 van dit verhaal ga naar Mijn jeugd in de Wetbuurt, deel 1
Voor deel 3 van dit verhaal ga naar Mijn jeugd in de Wetbuurt, deel 3

Alle rechten voorbehouden

1809 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Ria Evertse-Staartjes

Re: verhalen

wout de groot:
hoe krijg je het voor elkaar dat je dat nog allemaal nog weet.ik ben zelf van 1940.maar kan alles nogherringeren.met plezier gelezen.bedankt.ps vroeger was het rooie wout

Hallo Wout . Jij was toch de vriend van mijn oom Gerrie de Jong . Ik ben de nicht van Gerrie , de dochter van zijn zuster Miep en wij woonde in de von Guerickestraat maar was meer bij mijn Oma dan thuis . Ik zie jullie nog aan de tafel bij Oma zitten met het Monopoly spel waar Ger als het kon altijd wilde winnen en vals speelde en dan vloog het bord over de tafel . Zo heb ik heel veel herinneringen aan jullie als vrienden Joop van de Winden , Jan Jansen en jij dan . Groetjes Ria

wout de groot

verhalen

hoe krijg je het voor elkaar dat je dat nog allemaal nog weet.ik ben zelf van 1940.maar kan alles nogherringeren.met plezier gelezen.bedankt.ps vroeger was het rooie wout