Ze kwam bij ons tafeltje staan, een oosters ogend elfje met een stijf
zwart jak aan.
Ik begreep dat zij onze bestelling wilde opnemen maar er was een
eigenaardige discrepantie tussen haar intense rust en mijn ervaringen met horecapersoneel.
Even later werden de tosti’s en de thee gebracht door een even verstild wezen met één hand en daarna bracht een jonge man het bestek.
Met volle aandacht legde hij twee papieren servetjes neer en daarop
twee messen en twee vorken.
Hij liet zich niet afleiden door ons nauwelijks bedwongen ongeduld.
In de grote ruimte zaten jonge en oude, grote en kleine, gekleurde en witte mensen.
Het was de openingsdag van Oostpoort, een winkelcentrum met
woningen erboven rondom het oude Sportfondsen zwembad in
Amsterdam Oost. Overal muziek, mensen, feest.
Het begon ons te dagen wat er aan de hand was met dit etablissement.
De medewerk(st)ers waren –wat wij noemen- verstandelijk en/of
anderszins beperkt, maar de stille, ingekeerde sfeer die zij verspreidden,en het ontbreken van alle obligate plichtplegingen deed ons weldadig aan.
Dit ‘Grand Café’, verbonden aan het Stadsdeelkantoor heet dan ook
“GENIETEN” en het motto, vermeld op de schoteltjes is: ‘Going forward by giving back’.