Een spoelhok was een kamertje waar de was werd gedaan in de tijd dat de huizen geen keukens en geen badkamers hadden. Om niet in de huiskamer te hoeven koken, legden mensen zelf een gasleiding aan naar het spoelhok. Als er een gasfornuis in zo'n spoelhok stond, kon er nog net één persoon bij en dan was het spoelhok vol. In de strijd om renovatie zijn we als huurders met een nagemaakt spoelhok naar Den Haag gegaan, om te protesteren. Dat was begin jaren 70.
De buurt was toen rommelig. Er stonden woningen leeg en die werden gekraakt. Veel buurtbewoners vertrokken naar nieuwe wijken, bijvoorbeeld Osdorp. Er was in de politiek aandacht voor stadsvernieuwing, dus wat dat betreft hadden wij als betrokken buurtbewoners de wind in de rug. Er waren korte lijnen naar het stadhuis en wethouders als Jan Schaeffer zetten zich in voor renovatie van oude stadswijken. In de huurdersvereniging zaten veel studenten en leden van de Communistische Partij Nederland. De ‘agogen’ werden ze genoemd.
In de jaren 80 kwamen we met het woonlastencomité op voor betaalbare huren na de renovaties. We demonstreerden op de Dam, in Rotterdam, in Den Haag. We hingen spandoeken op en hielden onderling contact met walkietalkies om elkaar op de hoogte te houden van waar de politie was.
De spoelhokken van weleer zijn nu douches. En van mij is een portret gemaakt, in de vorm van een tegelplateau in de Hofmeyerstraat, als dank voor jarenlange betrokkenheid bij de vernieuwing van de buurt.