Al spoedig na zijn verhuizing naar de Indische Buurt kon Anton goed de weg vinden in Oost.” De Valentijnkade vormde toen de grens van de stad, daar begon ‘buiten’. Ik herinner me de oude Joodse begraafplaats en een vliegveldje voor watervliegtuigen, later kwam daar het zwembad. Ik wandelde soms helemaal naar Muiden. Maar toen was ik wel wat ouder, zat inmiddels op de Ambachtschool aan het Timorplein”.
Onder invloed van zijn vader die een goede huisschilder was geworden en ook omdat Anton erg van tekenen hield ging Anton naar de Ambachtschool om reclame- en decorschilder te worden. Het liep echter anders, want de oorlog brak uit.”Eerst merkte je er nog niet zoveel van, maar de armoe en de terreur werden steeds erger. Je zag in Oost veel Joden naar het Muiderpoort station gedeporteerd worden, de machteloze woede die je dan voelde. Op school konden de kachels niet meer branden – je zat met je winterjas aan in de klas – en de schildersmaterialen raakten op. Buiten zag je het Oosterpark steeds kaler worden en de lege huizen gesloopt worden in de jacht naar kachelhout. Ik kon alleen nog maar op de schobberdebonk lopen om te overleven en toen ik weigerde op te komen voor de Arbeitseinsatz moest ik onderduiken. Dat was het einde van mijn schoolcarrière”.
Na de oorlog ging Anton naar de Rijksacademie en betrok hij een woninkje op de Nieuwe Achtergracht 109. Om wat meer licht en ruimte te krijgen begon hij het plafond te slopen. “Ineens vielen er muziekboeken, kinderspeelgoed en een viool naar beneden. Ik had een schuilplaats uit de oorlog opengemaakt, de koude rillingen liepen me over de rug. Ik dacht aan de mensen die gehoopt hadden die spullen ooit weer terug te zien en die waarschijnlijk ook naar het Muiderpoortstation gedreven zijn, om nooit meer terug te keren”.
Veel later toen Anton inmiddels kunstschilder was geworden en een expositie had, wilde hij zijn geboortehuis fotograferen voor de brochure van de tentoonstelling. Hij maakte een foto van het pand aan de van Ostadestraat toen er een vrouw in bloemetjesjurk op het balkon verscheen.” Ze nodigde ons uit om binnen te komen, daar hingen de muren vol met tekeningen en schilderijen. Ze bleek het bekende schildersmodel Truus Trompert te zijn die al vanaf 1935 op het adres woonde waar ik ben geboren.”
De verbondenheid met Oost krijgt voor Anton een extra betekenis als hij omstreeks 2006 in de winkel van Piet Sijtsma – die toen ook in de deelraad zat – hoort van vergevorderde plannen om het Javaplein te moderniseren. Het Badhuis en de Berlageblokken zouden gesloopt worden, ‘verwaarloosde blokken met lompe architectuur’ werd er gedacht. Antoon was geschokt, hij belde Alice Roegholt, die weer connecties had met t.v.- en radio programmamakers en zo is er een actie op gang gekomen om te wijzen op de schoonheid en de potentie van deze bouw, mits goed gerestaureerd. En gelukkig is het badhuis behouden en zijn de Berlageblokken weer in oude glorie te bewonderen.
[ lees verder: http://www.geheugenvanoost.nl/95225/nl/heerlijke-teerlucht-bij-loopbrug-over-het-spoor]