Bij Alice staan drie data in haar geheugen gegrift. Het zijn data waarop zij, haar man Jack en hun dochter, direct met brand zijn geconfronteerd.
De eerste keer was in de Tweede Oosterparkstraat waar zij vanaf haar huwelijksdag, op 16 mei 1968, met Jack is gaan wonen. Hier brak er brand uit op 11 november van datzelfde jaar in hun woonkamer als gevolg van een verstopte vlotter in de oliekachel. Alice vertelt dat zij vier maanden zwanger was van hun dochter Monique, en hoe zenuwslopend ze deze periode heeft beleefd: "Ik kwam uit Zandvoort en was nog onbekend in Amsterdam en we hadden geen geld voor nieuwe spullen." Tijdens de herbouw die vijf weken duurde zijn ze in het huis blijven wonen. Alice: "De hele vloer en alle spullen uit de huiskamer waren verbrand. Je zag enkel nog het stuk asbest met de kachel erop." Ze vertelt dat zijzelf niks mocht doen van de dokter en dat de buurvrouw met haar moeder en zus dagelijks met schoonmaken bezig zijn geweest. "Overal en alles zat onder het roet", verzucht Alice.
De tweede keer woonden zij in de Vrolikstraat 76. Het was Pinksteren 1974 toen naast hun woning twee rijen huizen volledig zijn uitgebrand. Alice vertelt hoe bang zij is geweest dat het vuur via de zolderruimte hun woning zou bereiken.
De derde keer brak er brand uit in de motorenwinkel beneden hun woning in de Vrolikstraat. Dit was in oktober 1975. De buurman paste ‘s middags op hun dochter zodat zij boodschappen konden doen. Op weg terug hoorden ze sirenes en zagen brandweerwagens voor hun huis stoppen. De angst sloeg hen om het hart toen ze dachten dat hun dochter Monique nog in huis was. Van de politie mochten ze niet dichterbij. Kort erna hoorden ze dat de buurman met Monique al naar de buren aan de overkant was gevlucht. "Gelukkig was het deze keer bij rookschade gebleven", zegt Alice.
Drie keer brand
De derde keer brak er brand uit in de winkel onder hun woning.
2098 keer bekeken