Inleiding
Als Hijman komt te overlijden, is hij pas 44 jaar oud of misschien is jong beter. Hijman ligt in het ziekenhuis, het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis, om te worden geopereerd aan een blindedarm. Dat lijkt een routine operatie, maar een complicatie maakt een onverwacht einde aan zijn leven.
Hij begint zijn werkzame leven als bakkersloper (broodbezorger). Daarna is hij gaan werken in het transportbedrijf.
Politiek actief
Wanneer hij precies actief wordt in de Partij (de Sociaal Democratische Arbeiders Partij, SDAP) is mij niet bekend. Maar hij is in ieder geval lid geweest van de socialistische jeugdbeweging. Voor zover je de artikelen mag geloven, heeft hij de partij nooit meer verlaten. Hij is altijd actief gebleven in verschillende functies.
Zo is hij in ieder geval betrokken bij de Bond van Transportarbeiders te Land. In 1918 is hij één van de oprichters van de Centrale Bond van Transportarbeiders. Hij wordt zelfs bezoldigd secretaris van de afdeling Amsterdam en lid van het hoofdbestuur.
Hij heeft ook journalistieke gaven die al snel worden ontdekt door zijn mede vakbondsgenoten en partijgenoten. Hij schrijft vele bijdragen in bladen van de vakbond en de partij. Op een bepaald moment wordt hij gevraagd als redacteur. Zo werkt hij voor bladen als “De Transportarbeider”, het blad van de Chauffeurs-Unie “Het Autobedrijf”. Hij zit ook achter de “Brieven van Jans” een rubriek in “De Proletarische Vrouw”.
Vanwege zijn vlotte pen en zijn enthousiasme voor de zaak, het socialisme, wordt hij gevraagd als voorzitter van de 1 Mei-commissie. Hij gaat daarvoor stukjes schrijven in Het Volk. Van hem is ook het initiatief om uit iedere woning van een partijgenoot de Rode Vlag te laten wapperen.
In het voorjaar van 1923 is Hijman gevraagd om zich kandidaat te stellen voor de Gemeenteraad (namens de SDAP). Op 25 juni van dat jaar wordt hij gekozen!
Na zijn overlijden is iedereen erg positief over de overleden jonge socialist. Dat was tijdens zijn leven wel iets anders. De kritiek op zijn handelen komt overigens van ‘andere rode kant’, van de communisten. Tot twee maal toe wordt hij in de krant De Tribune fel bekritiseerd.
Volgende verhaal in de serie over Hijman Overst: