Middenstand in de Indische Buurt

of te wel Hoe sta je dicht bij je klanten ?

Auteur: Ton Gorter
Indische Buurt

Een slagerij in de slaapkamer.

Baweanstraat 1-7 1983 .<br />De vroegere melkwinkel van Van der Vecht is zichtbaar, direct naast de winkel, het eerste benedenhuis, de slagerij.<br />.<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Baweanstraat 1-7 1983 .
De vroegere melkwinkel van Van der Vecht is zichtbaar, direct naast de winkel, het eerste benedenhuis, de slagerij.
.
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Melkhandel van der Vecht
Zoals ik al eerder vertelde woonden wij in de Boetonstraat, schuin boven de melkhandel van de familie van der Vecht .Buitengewoon aardige mensen, vooral als je een jongetje van zo tussen de zes/zeven en tien jaar bent. Waarom? Er viel altijd wel een korstje kaas te halen.

Plakjes kaas, dun gesneden
In die dagen kocht je niet zoals nu een stuk kaas, al dan niet in plastic gegoten, bij de supermarkt, maar je kocht een onsje, of zelfs wel een half onsje kaas. Na de bestelling pakte de melkboer dan de desbetreffende kaassoort, jonge, lichtbelegen, belegen, oudbelegen, oud, jonge of oude Leidse kaas, legde deze kaas, zo groot als een groot soepbord en kilo's zwaar op zijn snijplank en met een soort hakmes werden er dan de plakjes afgesneden. Met een stelknop kon hij er de dikte van de plakjes mee regelen. Ik moest er van mijn moeder altijd bij zeggen: "Dun gesneden". Dat leverde namelijk meer plakjes per gewicht op. Ik zei het al, we hadden het niet breed. Maar wie wel, ik denk dat hij de kreet, "Maar wel dun gesneden", bij iedere kaasbestelling hoorde.

Enfin, of zoals het in Amsterdam Oost heette, afijn, de kaas was niet eeuwig en op een gegeven moment was het overgebleven stuk zo klein dat hier geen plak meer af te halen was. Dit werd niet weggegooid, maar bewaard en zo nu en dan, als ik in de winkel kwam voor boodschappen, tegen mijn zin in gestuurd door mijn moeder, ik had namelijk altijd veel belangrijker dingen aan mijn hoofd, zei de melkboer, volgens mij ook wel Ome Piet geheten, "Mot je een stukje kaas?" Een beetje nors, maar wel vriendelijk. Dan was ik weer spekkoper.

Twee huizen naast de melkhandel, in de Baweanstraat, was de slagerij van van de Voorst. Niet dat die als zodanig te herkennen was, hier was iets vreemds aan de hand. Iets wat ik nooit ergens anders gezien heb of van heb gehoord heb en waar ik mij tot op de dag van vandaag nog afvraag, hoe ze hier ooit toestemming voor hebben gekregen van de autoriteiten. De slagerij was voor de buitenwereld n.l. niet te herkennen omdat deze zich in een gewone benedenwoning bevond en wel in een slaapkamer.

De familie van der Voorst, waren buitengewoon aardige mensen. Als de buitendeur openstond, was de zaak geopend, je liep de gang door en kwam dan in een centrale hal, of zeg maar halletje. In de achterslaapkamer, geloof het of niet, was de slagerij gevestigd. Staande in de deuropening van de kamer kon je de slagerij inkijken, hier hingen de halve runderen en was het hakblok en de gehaktmolen.

Het kon er flink druk zijn en dan stond je makkelijk in de gang te wachten tot je in de buurt van de slaapkamer/slagerij kwam . Vleeswaren werden niet verkocht, ik neem aan wegens plaatsgebrek, maar verder alle soorten en kwaliteiten vlees. Wonderbaarlijk, maar nog vreemder was het feit, dat de familie van der Voorst behalve uit man en vrouw en zoon Frans, nog bestond uit de herder Maxi. Geen kleintje, maar een flink kalf. Dit dier moet in de hemel hebben geleefd. Wat is nou een betere plaats voor een hond dan een slagerij. Volgens mij leefde hij op de restjes. Maar een hond in een slagerij???

Mocht iemand mij kunnen vertellen hoe in vredesnaam dit plaats heeft kunnen vinden, dan hoor ik het graag. Maar toen vond ik het doodgewoon.

Alle rechten voorbehouden

1458 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Baweanstraat 7-1  1978 <br />.<br />/<br />Foto: Beeldbank Amsterdam .<br />De kruidenierszaak van de heer en mevrouw Krabbe, hoek Baweanstraat/Karimatastraat is goed zichtbaar, op deze foto afgeplakt glas met logo. Het was een SPAR-winkel.<br />.<br />/<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Baweanstraat 7-1 1978
.
/
Foto: Beeldbank Amsterdam .
De kruidenierszaak van de heer en mevrouw Krabbe, hoek Baweanstraat/Karimatastraat is goed zichtbaar, op deze foto afgeplakt glas met logo. Het was een SPAR-winkel.
.
/
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden
Niasstraat 56 hoek Boetonstraat (voormalige kruidenierswinkel - Harmsen ) - 2014 .<br />Foto: Jo Haen

Niasstraat 56 hoek Boetonstraat (voormalige kruidenierswinkel - Harmsen ) - 2014 .
Foto: Jo Haen

Alle rechten voorbehouden

4 reacties

Voeg je reactie toe
R.F.

opa en oma krol

Leuk, mijn opa en oma woonden in de Boetonstraat op twee hoog boven de melkboer. Mijn moeder heeft jarenlang gewerkt bij slager Van Voorst en ik kan mij nog herinneren hoe goed alle waar was van deze slager als mijn moeder op zaterdag weer terug kwam uit Oost naar Osdorp waar wij toen woonden.

 

Ron van Beest 

Ton Gorter

Re: Middenstand in de Indische Buurt

Anneke Koehof:
Als je melkboer van der Vecht bedoelt, in de volksmond 'Vechie' , die heette zeker niet Piet. Bovendien stond hij zelf zelden in de winkel, omdat hij tevens bij de KNSM werkte. Hij bracht 's morgens wel melk rond aan mensen die zelf geen boodschappen konden halen, omdat ze ziek waren of slecht ter been. De melkzaak werd gedreven door zijn vrouw, door mij 'tante Vechie' genoemd. Ik woonde daar n.l. een periode omdat mijn moeder t.g.v. mijn geboorte was overleden (1943). Tante Vechie en de oudste dochter Tiny, helaas te jong overleden, stonden dus meestal in de winkel. De jongste dochter, Rietje, was verpleegster en er waren ook nog twee oudere zonen, Henk en Wim. Natuurlijk zou het kunnen dat hun opvolger, Smoorenburg, Piet heette. Wel schrobde melkboer van der Vecht de winkel iedere avond brandschoon. Hij was inderdaad op het eerste gezicht wat nors, maar het was een schat van een man, aan wie ik, net als aan de rest van de familie, dierbare herinneringen bewaar. (Zie het verhaal Kind aan Huis bij de Melkboer en het verhaal Slagerij in de Slaapkamer). Allemaal synchrone buurtherinneringen!

Beste Anneke,

Zo zie je maar weer dat herinneringen toch vervagen, je hebt gelijk, Oom Piet was de opvolger van meneer en mevrouw van de Vecht. Maar ook hij gaf stukjes kaas weg, hoewel ik daar wel wat voor terug moest doen, gas en elektriciteit muntjes halen op de Hoogte Kadijk, ik was toen al wat ouder.

Ik weet nog wel dat de winkel in de tijd van de fam van de Vecht, echt een melkzaak was, hoofdzakelijk zuivel producten, bij de opvolgers kwamen er meer andere producten bij. Maar het waren wel heel aardige mensen en goede onderburen.

Groeten,

Ton Gorter

Rob Spel

Middenstand in de Indische Buurt

Beste Ton,

Ook ik kom uit dezelfde buurt, al ben ik wat ouder dan jij. Ik ben geboren in 1940 en woonde op twee hoog boven bakkerij Stevense.
Bij slagerij van Voorst kon je wel degelijk ook vleeswaren kopen, zoals je kunt lezen in het interview dat Anneke Koehof mij afnam en waarin ik juist vertel over Slagerij van Voorst, o.a. :
'Soms pikte ik een paar centen uit mijn moeders portemonnee, ik bestelde dan in plaats van een ons leverworst een half ons meer en die plakjes at ik stiekem op. Ik moest natuurlijk wel opletten dat er ongeveer een ons overbleef. Lekkerder heb ik nooit meer geproefd!'
Het artikel heet 'EEN SLAGERIJ IN DE SLAAPKAMER'.

Anneke Koehof

Middenstand in de Indische Buurt

Als je melkboer van der Vecht bedoelt, in de volksmond 'Vechie' , die heette zeker niet Piet. Bovendien stond hij zelf zelden in de winkel, omdat hij tevens bij de KNSM werkte. Hij bracht 's morgens wel melk rond aan mensen die zelf geen boodschappen konden halen, omdat ze ziek waren of slecht ter been. De melkzaak werd gedreven door zijn vrouw, door mij 'tante Vechie' genoemd. Ik woonde daar n.l. een periode omdat mijn moeder t.g.v. mijn geboorte was overleden (1943). Tante Vechie en de oudste dochter Tiny, helaas te jong overleden, stonden dus meestal in de winkel. De jongste dochter, Rietje, was verpleegster en er waren ook nog twee oudere zonen, Henk en Wim. Natuurlijk zou het kunnen dat hun opvolger, Smoorenburg, Piet heette. Wel schrobde melkboer van der Vecht de winkel iedere avond brandschoon. Hij was inderdaad op het eerste gezicht wat nors, maar het was een schat van een man, aan wie ik, net als aan de rest van de familie, dierbare herinneringen bewaar. (Zie het verhaal Kind aan Huis bij de Melkboer en het verhaal Slagerij in de Slaapkamer). Allemaal synchrone buurtherinneringen!