Mijn vader is Adolf Samson de Levita, hij is geboren op 23 juni 1868. Hij was een kritische man. Het was een man van enige ontwikkeling. Hij heeft op het Seminarium (het Nederlandsch Israëlietisch Seminarium) gezeten om Rabbijn te worden. Dat was ergens in Amsterdam (Die opleiding zat in de Rapenburgerstraat naast het Nederlandsch Israëlitisch Meisjesweeshuis. Aanvulling F.S) en ik meen dat hij er in 1888 is afgestuurd omdat hij Multatuli las.
Het was toen een zeer conservatieve instelling. Mijn vader is daarna socialist geworden en wilde ook niets meer weten van de joodse godsdienst.
Wel heeft hij mij, kort voor zijn dood, toen ik een jaar of zeven was, nog geleerd om Hebreeuws te lezen. Hij zei daar wel bij, met een waarschuwende vinger, dat ik het niet mocht gebruiken voor gebeden. Ik mocht het alleen gebruiken voor Israël. In zijn laatste jaren van zijn leven was hij lid geworden van de Poale Zion van Sam de Wolff. Mijn vader was bevriend met Sam de Wolff en die heeft hem uiteindelijk zo ver gekregen om er lid van te worden. Aanvankelijk had hij van die beweging helemaal niets willen weten. Het Hebreeuws dat ik daarna moest leren, was in zijn ogen nog wel goed voor Israël, maar niet voor gebeden.
Zie ook: Adolf Samson de Levita