Wat misschien minder bekend is, is het feit dat achter ’t Vosje schietbanen lagen. Aanvankelijk, zo rond 1850-1870, waren de schietbanen erg eenvoudig ingericht, eigenlijk nauwelijks ingericht. Dat gaf een enkele keer wel eens wat problemen. In ieder geval was dit het geval in 1870 toen een koe door een afgedwaalde kogel werd gedood. Deze afgedwaalde kogel leidde er toe dat er een begin werd gemaakt met de aanleg van een kogelvanger.
Dat heeft niet geleid tot een grote mate van veiligheid. Want nog in 1899 verscheen er in De Tijd van 21 juli 1899 het bericht dat de bewaarder van de begraafplaats aan de Zeeburgerdijk (de Joodse begraafplaats) bijna werd geraakt door een verdwaalde kogel. Aan de journalist vertelde hij dat hij: “…. een kogel komende uit de richting van de schietbaan aan “Het Vosje”, langs zich heen heeft horen snorren”. Het overigens korte artikeltje vermeldt verder dat de bewaarder zich in verbinding heeft gesteld met het Israëlitisch Kerkbestuur. Het kerkbestuur heeft de minister van Oorlog ‘telegraphisch’ in kennis gesteld van dit feit. Verwacht wordt, zo schrijft de journalist, dat deze schietbaan, evenals de banen van de schietvereniging “Claudius Civilis” binnenkort gesloten zullen worden (De schietvereniging Claudius Civilis was een Koninklijke Weerbaarheidsvereniging).
In totaal is er toch zo’n dertig jaar op deze schietbaan geoefend. Zo rond 1900, iets eerder, was men echter begonnen met de aanleg van een nieuw woonwijk. De eerste straten van de Indische Buurt werden aangelegd. De bouwvakkers die hier druk aan het werk waren, hadden weinig op met de schietvereniging. Klachten over rondvliegende kogels die rakelings langs hen heen vlogen waren niet van de lucht.
Toch is er nog tot 1907 ‘doorgeschoten’.