Ik ben geboren in de Indische Buurt en heb daar gewoond tot mijn 21e. Mijn herinneringen heb ik op papier gezet.
------------------------------------------
Klik rechts (icoontje) bovenaan op de foto en de foto wordt vergroot weergegeven.
Ik ben geboren in de Indische Buurt en heb daar gewoond tot mijn 21e. Mijn herinneringen heb ik op papier gezet.
Klik rechts (icoontje) bovenaan op de foto en de foto wordt vergroot weergegeven.
Winkels in de buurt.
Bij Siem Rustenburg, die een groentezaak had op de hoek Soembawastraat/Niasstraat, moest ik van mijn moeder voor een zacht prijsje altijd 'kneusjes' (appelen of peren, die wat beschadigd waren) halen.
Bij de melkboer moest ik op een winterse dag, toen de straten beijzeld waren, suiker halen. Het liep al tegen zessen, dus rende ik naar de winkel, maar opeens lag ik patsboem op straat. Ik had een snee in mijn kin en mijn lip bloedde hevig.
De fietsenmaker, bijnaam Moffie, sprak gebroken Hollands met Duitse woorden erdoorheen. En op ongeveer nr. 5 (Soembawastraat) ter hoogte van het plantsoentje woonde een van de badmeesters van het 5-centen-bad.
Slager.
Ook op de hoek Soembawatraat/Niasstraat, maar dan aan de even zijde, was een slagerij. Ik kreeg daar altijd een plakje zelfgemaakte lekkere worst. Mijn vader, die militair was, moest een keer aan zijn nierstenen geopereerd worden. Mijn moeder had me verteld dat er daarom in mijn vader gesneden zou worden. Ik moest wat halen bij de slager, maar toen ik daar aankwam hing er een halve koe aan een haak. De slager sneed er met een groot mes stukken uit. Ik ben meteen weer naar huis teruggelopen, helemaal over mijn toeren. Mijn moeder begreep het eerst niet en huilend deed ik mijn verhaal.
Oranjesluizen.
Op een keer ging ik met mijn vader vissen bij de Oranjesluizen. Daar was een plateautje naast de spuikolk. Ik legde mijn hengel uit, maar ving niks. Na verloop van tijd zei mijn vader tegen mij: "Pak je hengel in en ga maar spelen." Zo gezegd zo gedaan. In het weekend werden Urker en Zeeuwse schuiten met ladingen mosselen aangevoerd. (De schepen werden mosselhengsten genoemd). De Urkers gaven wel eens manden met verse haring (bakharing) aan de sluismensen en zelfs dan bleef er nog wat over. Ik wist een jutezak te versieren en heb daar de vis in gedaan.
Trots als een pauw ging ik terug naar mijn vader, die op de sluizen zat te vissen maar al die niets had gevangen, terwijl ik had gespeeld maar wel met vis aan kwam zetten.. Hij werd me toch kwaad, pakte z’n spullen en fiets en ging terug naar huis, maar we hadden die avond toch vis gegeten.
Willemsbruggen
Op een stormachtige middag in februari liep ik met mijn broertje over het zwarte pad en de volkstuinen naar het Merwedekanaal en over de Willemsbruggen naar de Diemerzeedijk. Toen ik daar aankwam bleek het water van de dijk tot het eiland Zeeburg weggewaaid te zijn. Alles stond droog. Wij gingen langs de basaltblokkenrand aan het struinen. Blok omdraaien en eronder kijken. We vonden onder de blokken zeker wel 2 pond aal, die we mee naar huis hebben genomen.
01 - Mijn jeugd in en om de Soembawastraat
02 - Verstoppertje spelen en brandhout zoeken
03 - Het noodziekenhuis en de rijdende pont
04 - Over buiten spelen, kattenkwaad en vliegtuigen
05 - Over vrijbankvlees, winkels en het siphongemaal
06 - Over film kijken, hout snijden en koerende duiven
07 - Over pinkelen, kerstbomen en leren lezen en schrijven
08 - Over bramen plukken, wielerwedstrijden en jongensland
09 - Over tanden trekken en fietsen in het Flevopark en naar Waterland
10 - Over fietsen langs het Amsterdam Rijnkanaal en de pietenzuster
5740 keer bekeken