Naar Schiphol
Schiphol bestond eigenlijk alleen nog maar uit grasveld. Ik weet nog goed dat er alleen een aantal Fokkertjes stonden. Belangrijke rol was weggelegd voor Levie Stijfsel (of Stijsel), bijnaam Leipi. Hij ging altijd mee met excursies. Hij kroop onverwachts in één van de cockpitten van die vliegtuigen. Zijn echte naam is Jonas Stijsel, hij woonde in de Retiefstraat op nummer 70 huis. Hij was getrouwd met een bijzondere vrouw. Zij was tamelijk dik en had ‘een baard’! Als ze Leipi wilden pesten riepen ze: “Nou ze is weer slecht geschoren vandaag”.
Te water
Een andere excursie ging met een hele groep naar de Johan van Oldenbarnevelt, een groot passagiersschip dat in 1929 te water was gelaten. Het schip lag toen in het IJ. Leipi liep in de boot voor ons uit. Bij elk trappie dat we op of af moesten riep hij: “dames, pas op voor het trapje”. Tot hij op een gegeven moment zelf van een trap baar beneden is gesodemieterd, met een enorme klap.
Een laatste excursie was een boottocht, vanaf het C.S. achterzijde, via het Noord-Hollandskanaal naar het Alkmaardermeer. Verder met bus naar de duinen van Bergen waar Leipi opnieuw een hoofdrol speelde. Onderweg begon het namelijk vreselijk te regenen. Iedereen holde terug naar het restaurant waar de bus stond. Levie had het niet gehaald en was werkelijk drijfnat. Op de boot hebben ze Leipi in de machinekamer gezet en het luik werd geblokkeerd. Pas in Amsterdam lieten ze hem er weer uit. Leipi had echter een kostuum aan ‘van de 600ste slechtste soort’. Zijn broekspijpen waren gekrompen tot zijn knieën. Leipi was echt een schlemiel. Vroeger had je echt van die rotgeintjes, maar iedereen lachte er om.
Leipi was behalve onze vaste begeleider ook meubelmaker. Een echte vakman was hij niet. Mijn vader heeft hem eens een voetenbankje laten repareren. Na een half jaar kregen we het pas terug. Het bakje was er toen erger aan toe dan oorspronkelijk.