Een kaars is een godsgeschenk. Waarom zeg ik dat? Het is een bron van licht, warmte en geeft een harmonische sfeer. Kortom het heeft iets bijzonders, iets positiefs. Het licht ervan brengt mensen bij elkaar, geeft vreugde en een harmonisch blij gevoel. Vroeger gebruikten de mensen olielampen om hetzelfde effect te bereiken. Nu zijn de olielampen vervangen door kaarsen in allerlei soorten en maten. Soms als ik langs winkels in Oost loop kijk ik in de etalages of ik bijzondere kaarsen zie staan. Af en toe denk ik: ”Had ik maar een grotere woonkamer. Dan stouwde ik die vol met de allermooiste kaarsen, vooral in de maand december”.
Bij verschillende gelegenheden zoals een romantisch feestje, een diner of een devotie (kerkelijke aangelegenheid) mag de kaars totaal niet ontbreken. Tegenwoordig heeft de kaars ook zijn intrede gedaan bij o.a. het voetbalgebeuren (m.n. de EK, WK-wedstrijden). Dan vindt men overal oranjekaarsen, bijvoorbeeld in de winkels en op de Dappermarkt. Soms ben ik er zo mee bezig dat het wel een verslaving lijkt.
Kaarsen vertellen mij veel, meestal is dat positief. Kaarsen geven zin aan het leven, een gevoel van veiligheid, gezelligheid, warmte en alles wat je eruit wilt en kunt halen. Met andere woorden: ik vind het nogmaals een godsgeschenk.