De vorig jaar op 77-jarige overleden Jan Vereecken was een fenomeen op de Jaap Edenbaan. Op jonge leeftijd was hij al bezeten van het schaatsen en trainde hij mee in Hamar met o.a. Kees Broekman en Klaas Schenk. Maar zijn ouders stonden een schaatscarrière in de weg. “Daar kun je geen stuiver mee verdienen.” Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan want nadat Jan 45 jaar in de koeltechniek had gewerkt liet hij in 1995 in Ter Aar rondingen 21 in zijn noren slijpen en meldde zich aan voor het veteranenkampioenschap in Haarlem.
Eigenlijk had hij geen licentie maar door zich voor te doen als Canadees mocht hij als buitenlander toch meedoen ! Hij werd prompt derde in de categorie 60-65 jaar. Dat was de start van een periode vol succes: wereldkampioen in Baselga di Piné (1998), Quebec (2001), Hamar (2002) en weer Baselga (2005). Bovendien werd hij vier keer tweede en een keer vierde.
Hij ging weer trainen op de Jaap Edenbaan waar hij in 1961 al tot de eerste vaste bezoekers had behoord. Samen met Egbert van ’t Oever draaiden ze daar op zaterdagochtend hun rondjes. 30 Jaar lang kreeg hij daar alle support. Om half 7 zat hij op de fiets naar de baan en ging daar aan de slag . In de hal liep hij zich warm waarna hij op de pasgedweilde baan zijn training kon beginnen.
’s Zomers trainde hij in het Amsterdamse Bos op een geheime plek om niet steeds aangesproken te worden door voorbijgangers over zijn onorthodoxe levenswijze. Hij oefende daar met boomstammen op zijn nek en rende de heuvel op en af met vijf kilo extra gewicht op zijn schouders. Hij was vooral goed op de lange afstanden. Zijn idool was Rintje Rintsma die hem zijn Sanexpak cadeau deed toen ze elkaar een keer ontmoetten. “De dijen waren wel wat omvangrijker dan die van mij, maar als ik in dat pak schaatste dan vloog ik.”
Ikzelf zag hem 2 x in de week op de Jaap Edenbaan tussen 8 en 9 uur ’s morgens en maakte wel eens een praatje met hem. Maar niet te lang, want na enige minuten keek hij op zijn horloge en zei dan: “‘Sorry, maar ik moet weer” en weg was hij om in de binnenbaan zijn trainingsschema te vervolgen. Af en toe ‘Hoger op” roepende als het hem niet hard genoeg ging.
Hij sprak altijd vol lof over zijn vrouw Jes, die hem door dik en dun steunde en hem volgde bij alle wedstrijden. Hij noemde ons damesgroepje ‘de wijvies’ van de Edenbaan, nodigde ons uit om een keer koffie te komen drinken, maar dat is er helaas nooit van gekomen.
Bron: Een halve eeuw Jaap Edenbaan van Ron Couwenhoven