Op zoek naar een gebedsruimte
Nachaliël is al vanaf haar oprichting op zoek naar een eigen ruimte voor de gebedsdiensten. In het voorjaar van 1927 huurt men van de Buurtvereniging “Amsterdam-Oost” een ruimte in een perceel, Zuivelplein 24. Nadat de vereniging haar ‘eigen tehuis’ verloor, werd een bovenwoning betrokken. Na deze bovenwoning werd voor korte tijd ‘ingewoond’ bij een zekere mijnheer Kollem (geen adres bekend). Maar deze ruimte is te klein ‘om allen te bevatten’.
In september 1928 verhuist deze huissynagoge naar een nieuw verenigingsgebouw op de Brink (nummer 1A). Op 7 oktober (zo meldt het NIW van 19-10-1928) is er een viering van Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar), het is de eerste dienst in deze nieuwe ruimte. Sprekers zijn o.a. Rabbijn Sarlouis, de latere opperrabbijn van Amsterdam en de Moré Levie Hirschel. Levie Hirschel is ook degene die de aangeboden geschenken in ontvangst neemt.
Na de pauze is er gelegenheid voor meer ontspanning. Er zijn diverse voordrachten en er worden liederen ‘ten beste gegeven’. Verder: “Het bekende Nachaliël-dames-ensemble, onder aanvoering van mej. H. Duits, oogstte veel succes met twee zeer aardige op Nachaliël toepasselijke tooneelstukjes. Het was een avond, waarop de Commissie met trots kan terugzien en die niet zal nalaten de echt Joodsche saamhoorigheid, die in dat verafgelegen stadsdeel aan het ontkiemen is, verder te doen ontluiken.”
De Jeugdsjoel (NIW 04-10-1929)
Voor Nachaliël is ook de jeugdsjoel van groot belang. Er wordt dan ook zeer verheugd gereageerd als een lang gekoesterde wens wordt verwezenlijkt. Men verwerft een ‘Seifer Thouro’ (= een Heilige Wetsrol of het Boek der Leer). De propagandacommissie van Nachaliël heeft voldoende fondsen bij elkaar weten te verzamelen. De inwijding van de eigen Seifer Thouro vindt plaats in de Synagoge Commelinstraat.
De jeugdsjoel aan de Polderweg (naast de Synagoge Linnaeusstraat) is te klein om alle gasten en belangstellenden te ontvangen. In deze jeugdsjoel komen elke ‘sjabbes (= zaterdag, de wekelijkse rustdag) en jomtouf (= feestdag)’ ongeveer zestig kinderen (jongens en meisjes) in de leeftijd van 8 tot 16 jaar de avond-, morgen- en middagdiensten bijeen. Tel daarbij op een dubbel aantal gasten en het is duidelijk dat men uitwijkt naar een grotere ruimte.
Terug naar de Inhoudsopgave
-------------------------------------------------
Dit is verhaal nr. 5 uit een serie van 23 verhalen van Nachaliël.
Voor verhaal nr. 6 ga naar Overige activiteiten van Nachaliël