Toen we in Tuindorp Oostzaan gingen wonen, kwamen we nog bijna elk week naar de Tugelaweg om verse kip te halen. Mijn moeder wilde naar de koosjere poelier om verse, pas geslachte, kip te kopen. Ik ging dan vaak met mijn moeder mee. Eigenlijk vond ik het allemaal best wel eng. Die kip die je wilde hebben, werd voor je ogen geslacht. De kop van de kip werd er afgehakt en met een vlammetje werden de veertjes er afgebrand. Daarna kreeg je de kip, met eitjes en de hele inhoud in de buik er verder nog in, ingepakt mee naar huis. Dan nam mijn moeder nog meer eitjes en ook nog wat kippenpootjes om kippensoep van te maken. De poelier waar we naar toegingen zat op de Tugelaweg, vlak bij de bakkerij van Meijer Verdooner.
Wat ik mij ook nog van de buurt herinner uit die tijd, was de zuurventer die met zijn kar langskwam. Die riep dan: ‘karootje, de mooie waar, karootje’. Karootje is ingelegde rode kool in azijn. Zo lekker als de karootjes van die man, zo lekker heb ik ze sindsdien niet meer gehad.
Verder had je natuurlijk ook de man die met berlinner bollen ventte: “lekker bij de koffie en lekker bij de thee”. Je had veel van die venters in de Transvaalbuurt. Elk had zo zijn eigen manier van ‘roepen’. Soms waren die uitroepen echt onbegrijpelijk. Zo had je een visboer die riep: “euwiewo, euwiewo”, en dat dan met een flinke uithaal. Iedereen wist dan dat de visboer in de straat was.
Na de oorlog gingen we nog wel op zondag brood halen bij Verdooner. Kippen halen kon niet meer, de kippenboer is niet teruggekeerd. Velen zijn niet teruggekomen, de buurt was daardoor toch wel erg bezwarend. Ook omdat veel van onze familie daar had gewoond.
Boodschappen doen in de Transvaalbuurt
De kop van de kip werd er afgehakt en met een vlammetje werden de veertjes er afgebrand.
2134 keer bekeken