Wij woonden van '56-'61 in de Tilanusstraat 59 op 3-hoog. Het was een hoekhuis (hoek Tilanus- en Camperstraat) met een kamer en suite, drie slaapkamers en daarboven, op zolder, nog twee kamers, een heel grote en de ander een stuk kleiner en smal. De woning had in die tijd al een douche. Een houtenladder op de bovenste verdieping kwam uit bij een luik. Als je dat optilde en opzij duwde had je het rijk alleen. Wij gebruikten 'het platje' om te zonnen. Soms lag ik plat op mijn buik met mijn hoofd over de rand. Het was sport om naar beneden te spugen en iemand te raken. Aan de overkant in de Camperstraat was 'Ri-Jo', de speelgoed- en snoepwinkel. En daar schuin naast op 1-hoog woonde een overbekende familie: zij hadden een auto. Wij wisten dat als je ook maar naar die auto wees, het raam werd opengeschoven, de vrouw haar hoofd naar buiten stak en krijste: 'Blijf met je poten van die auto af!' Op een dag lag haar man voor de zoveelste keer onder de auto toen de krik er onderuit schoot. In een mum van tijd stond ze beneden, gilde als een bezetene en tilde in haar eentje de auto aan de achterkant op zodat haar man bevrijd was. Maar goed dat ik nooit een hengst van haar gekregen heb!
Ik woon al jaren niet meer in Amsterdam, maar uit een soort heimwee keer ik geregeld terug. Ons huis staat er nog steeds. Tot mijn stomme verbazing zag ik een maand geleden de woning op 2-hoog te koop staan. Dan geloof je je eigen ogen niet! De buurt is bij mijn weten nooit opgeknapt en aan de overkant zijn woningen dichtgetimmerd. Het is een armoedig zootje geworden. Misschien is dat 'te koop'-bord wel een geintje...