De kruidenier zag veel in zijn bediende, hoopte dat die hem t.z.t. in de winkel zou opvolgen, want voor zijn eigen kinderen had hij hogere ambities. De bediende volgde cursussen; warenkennis en middenstandsdiploma, leerde zout en suiker in speciale zakken te verpakken, stroop in potten te doen en de klanten te woord te staan. Voordat de bediende op weg werd gestuurd om op de fiets de bestellingen op te nemen of te bezorgen, maakt kruidenier Raadsheer hem eerst wegwijs in Amsterdam. De bediende kwam in de meest uiteenlopende milieu's; bij arme mensen waar de lucht van gekookte kool je op de kaalgesleten trappen al tegemoet kwam en bij sjieke mensen waar de bediende alleen contact had met de dienstboden die kennelijk allemaal in het sousterrain huisden. Het was ook de bedoeling dat de bediende tijdens zijn fietstochten goed oplette welke prijzen de concurrentie vroeg, zo nodig paste de baas zijn prijzen aan.
Albert Rijlaarsdam verdiende 6 gulden per week en droeg dit grotendeels af aan zijn ouders. Toch kon zijn vader op den duur de pacht van de boerderij niet meer betalen en moest hij de boel opdoeken. Met hulp van de familie opende hij een melkventerij in Haarlem. "Het was de crisistijd, het gebeurde vaak dat er met het laatste geld nog een winkeltje voor een werkloos familielid werd gekocht, daarom had je ook zo veel van die kleine winkeltjes. Bij ons in de Vrolikstraat had je bijvoorbeeld een gezin die bij ons artikelen kochten, vervolgens een papier op hun raam plakten met "de kleine winkel" erop en de artikelen weer doorverkochten. Hoe ze er van bestonden was een raadsel".
Helaas werd de vader van Albert eind 30-er jaren ernstig ziek en Albert moest zijn vader komen helpen in Haarlem. Kruidenier Raadsheer nam met spijt afscheid van zijn veelbelovende bediende.
--------------------------
Voor meer verhalen over de winkel van Raadsheer ga naar
Klantencontact in de 30-er jaren
en
Boodschappen bezorgen in een militaire cape.