Ik vertelde al dat er niet zo heel veel winkels waren op Klein Dantzig. Wel weet ik nog van de bakker in de Wakkerstraat. Overigens zaten daar wel wat meer winkels, eigenlijk was dat de enige straat met winkels. Ik geloof dat die nu allemaal verdwenen zijn.
Die bakkerij dus, heeft er volgens mij nog wel heel lang gezeten, daar werkten trouwens heel aardige mensen. Wat mij nog goed is bijgebleven is dat één van hun dochters ernstig ziek werd, zij had kanker. Die is na een half jaar gesukkeld te hebben, overleden. Dat was echt een reuze klap voor die mensen. En dan te bedenken dat de vader, de bakker, ook al aan kanker was overleden. Het overlijden van haar dochter is de vrouw van de bakker te veel geworden. Zij is er toen uitgegaan en ergens aan de Zaan gaan wonen.
In de winkel werd nog over van alles gepraat. In de winkel kwamen de verhalen echt los. Zo kwam je van alles over elkaar te weten. Je stond met elkaar, bij elkaar en dan gebeurde dat gewoon. Maar die gezelligheid van heel vroeger, zoals ik die kende van voor de oorlog, met de Joodse mensen, die komt niet meer terug.
Echt heel veel contacten heb ik niet in de buurt, alleen met die mensen van de bakkerij had ik een goed contact. Een echt buurtgevoel is hier niet ontstaan, misschien omdat het allemaal laagbouw is. Onze kinderen hadden het hier wel naar hun zin, zij zijn hier ook op school geweest. Zij zaten op de Willem Oudshoornschool, in de Willem Beukelszstraat. Daar hebben ze goed les gehad, mijn oudste zoon is zelfs leraar geworden.