De eerste Amsterdamse Floriade van 1972 was de drukst bezochte tuinbouwtentoonstelling ter wereld tot dan toe. Ik was 23 jaar en zal nooit vergeten dat ik in de stand van Israël mijn eerste broodje shoarma at.
Ik kende toen alleen nog de broodjes halfom en Krakówworst van Sal Meijer in de Jodenbreestraat. Ik kwam daar wel eens met mijn vader wanneer wij op zondag naar de rommelmarkt op het Waterlooplein waren geweest. In de jaren ’70 raakten voor radbrakende rock ‘n rollsterren de broodjes van Kootje en de kroketten van Van Dobben even uit de gratie. Shoarma, dat was het. Als we trombonist Kees Schuyt en diens broer Robbie (gitaar) na een optreden naar huis brachten kwamen we over het Pretoriusplein (nu Steve Bikoplein). Daar had Addy een shoarmazaak waar je om twee uur ‘s nachts nog terecht kon voor een broodje. Midden in een woonwijk was het toezicht op zijn vergunning niet zo streng als nu, maar kennelijk was Addy toch bang die te verliezen.
Wij reden meestal met een busje plus drie auto’s, die je bij gebrek aan parkeerruimte maar even op de stoep of dubbel parkeerde. We zullen bij het uitstappen wel luidruchtig zijn geweest, want zodra Addy ons het plein op zag rijden kwam hij al naar buiten gerend. ‘Sst, roestig, roestig! Denk ane maine vergoening! Schnel binnenkomen. Eerste pielsie is van Addy!’ Dat kon hij makkelijk zeggen, want wij waren als band met aanhang al gauw met een mannetje of vijftien en na een optreden in een overvolle zaal maakte de knoflook- en peper/uiensaus erg dorstig, dus waren we goed voor minimaal dertig broodjes, plus de nodige drankjes.
Al gauw kwamen wij ieder weekend na een optreden of repetitie bij Addy een broodje halen. Soms was het te druk in de zaak om ons aan te zien komen. Kwam het hele gezelschap opeens in polonaise binnenstormen, onder het zingen van het bekende Israëlische volksliedje Hava Nagila Hava (Laat ons gelukkig zijn), maar dan met onze eigen Mokumse tekst: Broodje, broodje shoarma, broodje shoarma, broodje shoarhar-ma. Dat liedje is nooit een hit geworden, maar het broodje, dat werd een blijvertje.