Als tiener had David een spannende hobby: hij struinde langs slooppanden op zoek naar mooie schatten. Door de stadsvernieuwing werden namelijk heel veel panden in zijn buurt gesloopt. Het waren volgens hem niet zulke bijzondere panden, negen van de tien keer vond hij niets, alleen maar oude rommel. Maar het rondstruinen was leuk en af en toe vond hij wel eens iets bijzonders. Zoals de glas-in-loodraampjes van de oude apotheek op de hoek van de Commelinstraat en de Linnaeusstraat. David heeft de apotheek zelf nooit gekend, het is waarschijnlijk in de jaren ’50 of ’60 verdwenen. Maar hij kende wel de naam: Apotheek Schrijnen. Op de zijgevels van de oude apotheek waren namelijk tegeltableaus met de naam van de verdwenen apotheek. Later is de apotheek een straat verderop verhuisd, naar de Wagenaarstraat. Dat weet David omdat ook daar de naam van de apotheek zichtbaar was aangebracht op de zijgevel. De oude apotheek in de Wagenaarstraat was inmiddels woonhuis geworden en die op de Commelinstraat een motor- en brommerhandel. De ramen waren dichtgespijkerd en verstopt onder moderne lichtbakken. Toen het pand leegstond, ging David er een kijkje nemen. Op de verdieping vond hij twee kleine glas-in-loodraampjes met bloemmotieven. De apotheekramen zag hij toen niet, zij waren verstopt achter zachtboardplaten. Maar toen de sloop de begane grond bereikte, zag David in het voorbijgaan iets glinsteren. Hij trok toen het zachtboard weg en ontdekte vijf glas-in-loodramen die hij met veel moeite weghaalde. Tegenwoordig komt David nooit meer in zijn oude buurt. Het is door de stadsvernieuwing enorm veranderd en hij kent er niemand meer. Al tijdens zijn schooltijd zag hij de buurt veranderen. Veel klasgenoten vertrokken naar Purmerend en Almere en andere mensen kwamen in hun plaats. Het is niet meer de vertrouwde, aangename plek waar al zijn vrienden in de buurt woonden.
David Mulder schonk de vijf glas-in-loodramen aan het Amsterdams Historisch Museum. Zij maken nu deel uit van de museumcollectie (AHM).