Tien jaar geleden woonde ik in de Vrolikstraat, niet ver van de Wibaustraat. Het was een appartement op de eerste verdieping, met een balkon aan de straatzijde. Ik was in het begin tevreden met mijn woning in de Vrolikstraat, waar ik met mijn zoon kwam wonen nadat ik was gescheiden. Ik woonde in Diemen en was naar Amsterdam verhuisd omdat ik werk in de stad had. Maar de woning had een nadeel: de eerste verdieping lag niet zo hoog boven straatniveau en het balkon aan de straatzijde was daardoor gemakkelijk van de straat af te beklimmen. Op een avond, toen ik alleen thuis was, zag ik ineens een man op mijn balkon staan. Ik schreeuwde en raakte enorm in paniek. Toen de man mij zag, ging hij meteen weg. Na nog enkele voorvallen sloeg de tevredenheid om in ontevredenheid. Toen mijn zoon een keer bij het raam zat, kroop opeens een man door het raam die om geld vroeg. Het was een drugsverslaafde die zei dat hij het geld nodig had voor de bus. Na een tijdje besloot mijn zoon om naar Peru, ons land van herkomst, te gaan om te studeren. Ik wilde meteen verhuizen, alleen wonen in dat huis in de Vrolijkstraat leek mijn niets. Gelukkig vond ik gauw een andere woning. Eigenlijk wilde ik er niet heen, maar in de Vrolikstraat kon ik echt niet blijven wonen. Ik was daar te bang en te onzeker.
Angst in de Vrolikstraat
Op een avond, toen ik alleen thuis was, zag ik ineens een man op mijn balkon staan. Ik schreeuwde.
4503 keer bekeken