Waar nu de Kruislaan is, was vroeger de watertoren. Dat was nog allemaal grasland, waarover een smal weggetje liep. Langs dat weggetje liep het riool. Je kon de drollen zien drijven. Wij hadden wel een w.c. die je kon doortrekken, maar in de Pythagorasstraat, die voor een klein stukje bebouwd was, daar kwam de Boldootkar om de toiletten te legen. Dat stonk enorm.
Onder de watertoren, in een klein huisje, woonde de familie (Van De) Water. Ze hadden heel veel kinderen, maar ik herinner me nog Corry. Ik mocht daar eigenlijk niet mee spelen, hun vader was kroegbaas en verkocht kogelflesjes. Flesjes waarin een knikkertje zat dat je naar beneden moest duwen om de limonade te kunnen drinken. Zo’n flesje kregen we ook als we naar de speeltuin bij de Schollenbrug gingen. Op de hoek van de Weesperzijde en de Ringdijk. Dat gebeurde alleen maar als moeder in een goede bui was. Je moest daar namelijk iets fêteren. We gingen daar alleen heen onder geleide, nooit alleen, dat vond mijn moeder veel te gevaarlijk. Een net meisje deed dat niet.
We speelden ook aan wat nu de Pythagorasstraat is. Daar waren grote graskuilen. De Middenweg bestond nog niet. Waar nu de bank is, was toen een tuinderij, Ingversen. En verderop aan de Middenweg werd in de winter ook de ijsbaan aangelegd: de Veilige baan. Je moest ervoor betalen, maar we mochten er wel heen.
Kogelflesjes in de speeltuin
Ik mocht daar eigenlijk niet mee spelen, hun vader was kroegbaas en verkocht kogelflesjes.
2809 keer bekeken