Zeynel is 14 jaar. Hij woont al twaalf jaar in Oost en zat acht jaar op basisschool De Kraal. Op rapportavonden wist hij precies wat de leerkracht zou zeggen. Zijn ouders werden er gek van dat leraren zo over hem klaagden. Zeynel was wel erg slim, maar hij was een hele drukke jongen. Toen hij in groep 7 zat kreeg hij een nieuwe juf, juf Nolda, die hem accepteerde zoals hij was. Juf Nolda zei over hem: "als Zeynel rustig op zijn kont zou zitten en zich nergens mee zou bemoeien dan weet je dat er echt iets aan de hand is. Dat is niet normaal bij hem." Die uitspraak van de juf was een hele opluchting voor zijn ouders.
Zeynel kan makkelijk vrienden maken. Hij heeft er veel waarmee hij goed kan spelen. Oost vindt hij een gekke buurt. Er zijn al twee fietsen van hem gestolen en er lopen veel dronkelappen en junks rond. Vroeger was hij bang voor de junks en dronkelappen. Tegenwoordig voelt hij zich anders, want hij zit op karate. Hij heeft zijn bruine band gehaald en voelt zich sterker.
Vroeger ging hij met zijn vader vaak naar het Oosterpark en winkels in de buurt. Dat vond hij altijd gezellig, maar nu heeft hij er twee broertjes bij en heeft zijn vader minder tijd. Het is niet meer zo leuk als vroeger.
Nu gaat Zeynel naar de middelbare school. Hij is nog steeds een drukke jongen. Hij probeert zich als een volwassene te gedragen, maar dat lukt niet zo vaak. De leerkrachten klagen nog steeds dat hij een hyperactief is.