Ik woonde in Mijdrecht, een heel rustig dorpje waar iedereen elkaar kende. Het was daar heel erg gezellig. Ik heb nog twee vriendinnen die in het dorp wonen. We zaten in dezelfde klas en als we nu bij elkaar komen dan raken we nooit uitgepraat over vroeger; over hoe leuk het was op school en hoe leuk we met elkaar konden praten. We zijn alledrie getrouwd.
Toen ik trouwde kwam ik Amsterdam te wonen. Ik kon erg moeilijk wennen. Eerst woonde ik in Amsterdam-West. Ik vond Amsterdam erg druk en ik had helemaal geen contact met de buren. Ik was erg eenzaam en wij kregen maar geen huis omdat we al een vierkamerwoning hadden. Maar onze woning was erg vochtig en de huisbaas deed er maar niets aan.
Toevallig wou iemand die in Oost woonde terug naar zijn eigen dorp, Hoorn. Toen zeiden wij: zullen we woningruil doen? Dat vonden zij o.k. Zodoende zijn we in Oost gekomen. Ik heb het hier nu heel goed naar mijn zin. Ik heb heel veel vrienden in Oost gemaakt. Amsterdam is nu gezellig, zoals Mijdrecht, maar ik wil niet terug naar Mijdrecht omdat ik het hier echt naar me zin heb.