Anneke

Auteur: Visitor

Ik ben nu alweer 52 jaar. Heb mijn schooljaren en jeugd doorgebracht in de Palembangstraat nr 17-op 2 hoog. Ik ging naar de Batjanschool. Heb in de onderbouw in de klas gezeten bij juffrouw Rozenberg en bij juffrouw Hertzberg in de bovenbouw. Meester Oosterman was in die tijd het hoofd. Aan de school vast zat nog een lagere school die heette de Obischool.
Jammer genoeg kan ik ook niets meer herkennen uit mijn jeugd. De school bestaat niet meer en mijn oude huis is ook helemaal weg. Er staat nu nieuwbouw. Dat is natuurlijk wel logisch (deze woningen zouden ook niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen. We hadden bijvoorbeeld geen douches. Daarvoor gingen we naar het badhuis waar we een kaartje kochten voor een zogeheten "stortbad".) Toch is dat een gek gevoel. Het lijkt wel alsof je hele jeugd ontkent wordt. Ik woon al lang niet meer in Amsterdam, hoewel ik er wel werk.
De mensen waren arm in die tijd, maar iedereen stond wel voor elkaar klaar.
Als kind wist je niet beter dan dat je boodschappen moest doen en geen geld meekreeg, maar een "opschrijfboekie".Alles werd bij ons op de pof gedaan en opgeschreven. Eens in de maand werd er dan afgerekend. Dat ging bij de kruidenier zo en ook bij de groentenman.
Als jong meisje van 8 jaar dacht ik mijn moeder eens flink te verrassen met aardbeien voor moederdag. Ik dus mét boekje naar de groentenwinkel en aangezien ons gezin uit 6 personen bestond in die tijd, bedacht ik dat 3 doosjes wel genoeg zou zijn (ikzelf ben nl tot op de dag van vandaag gek op aardbeien, vandaar). Dat mijn moeder er niet blij mee was, begrijp ik nu heel goed. Aardbeien zijn in mei natuurlijk nog hartstikke duur. Zeker in die tijd van de armoede. Ik mocht ook nooit meer 'ongevraagde" boodschappen doen! Voor straf moest ik de hele maand afwassen.
Ook herinner ik me de kolenzolder. Mijn vader bestelde altijd voor de kolenkachel antraciet nr.4. Dan liet hij een paar mud kolen storten op zolder. Daar deden we dan de hele winter mee. Als klein meisje werd ik 's-winters altijd met de kolenkit naar zolder gestuurd om kolen voor de kachel te halen. Ik vond dit altijd een verschrikkelijke klus, want ik was bang in het donker. Ik meende dus ook altijd van alles te horen en zien in m'n angst. Ik was zelfs bang voor m'n eigen schaduw. Daar had m'n vader wel voor gezorgd. Als ik weer eens benauwd keek nadat hij me de opdracht had gegeven kolen op zolder te halen, zei hij altijd 'fijnzinnig': "pas op voor die kerel daar boven hoor! laat je niet pakken!" Ik wist niet hoe snel ik altijd weer naar beneden moest met die rotkolen.
Herinneringen te over dus. En echt niet allemaal even gezellig hoor! Ik zou het trouwens wel leuk vinden om eens een schoolreunie van de lagere school mee te maken. Aangezien ik niet meer in Amsterdam woon, weet ik dus ook niet of die er wel eens geweest is. Ik zou graag willen weten of er iemand uit die jaren iets herkent. Ik ben in elk geval erg benieuwd naar eventuele reacties.

Alle rechten voorbehouden