J.van der Puijl

Auteur: Visitor

Tussen mijn 6e en 12e jaar woonde ik op het Beukenplein, nr. 15 1e etage, wellicht de mooiste tijd uit mijn jeugd waar ik nog een scherp beeld van heb en waaraan ik bijkans elke dag aan denk. De buurt, de winkels, het Oosterpark, de school, de luchtbrug over het spoor, voetballen op straat, "juut-juut" roepen als er een smeris in zicht kwam, over de rand van de "pisbak"(midden op het plein) kijken en wegrennen als we uitgevloekt werden, naar school rennen als 's morgens het "tingeltje" ging om vijf voor negen (klokje van het klooster op het Kastanjeplein), wippen op een handkar van de aardappelhandel op nr.13, achter op een kar van een paard en wagen hangen (later achter een vrachtauto) of onder het paard door kruipen, knikkeren op de stoep (wie een "stuiter" - glazen knikker - had was rijk en wie een "looie daal" - stalen knikker - had werd bewonderd en gevreesd omdat daarmee onze (stenen) knikkers vermorzel konden worden), putdeksels omhoog trekken met een "zuigertje" (nat stukje oude schoenzool of rubber hak) aan een touw, bedelen bij moeder om een halve cent om een koningsbroodje (cocos) te kopen in het snoepwinkeltje op de Denneweg (tegenover de ingang in de 1e Oosterparkstraat van het OLVG), 's-morgens om 6 uur bij de bakker om de hoek in de 2e Oosterparkstraat in de rij gaan staan voor 3 cent oud brood (mee te nemen in een kussensloop en wat een feest als daar een "kadetje"tussen zat). Kortom, de hele buurt in haar uitzichtloze armoede een samenleving zonder onderlinge vetes om geloof, ras, afkomst. Maar een herinnering met een onverwerkt verdriet over al mijn joodse vriendjes, onschuldige schoffies zoals ik.

Alle rechten voorbehouden