Ja de jaren negentienveertig-vijftig, wat een winters! Vooral als er voor het eerst weer sneeuw viel mochten de schoolkinderen vanaf zo'n jaar of 10 's avonds de straat op. Iedereen belde aan de deur mekaar op om sneeuwballen te gooien of mekaar lekker in te wrijven. Gauw op een hoek van de Soerabajastraat en Sumatrastraat een sneeuwvesting bouwen om meestal tegen de Tidorastraat sneeuwbalgevechten te voeren.
Later in de jaren vijftig, 's avonds schaatsen bij de lantaarnlichten van de Valentijnkade en flirten met de buurtmeisjes op het ijs. Ook probeerden we met een aanloop en diep gebogen onder de brug van de Mollukkenstraat naar de Meer zo ver mogelijk te komen omdat die wel verschrikkelijk laag was. Was er geen ijs, wel op naar de Jaap Edenbaan en proberen om zo snel mogelijk een rondje te sprinten met zo'n 10 man tegelijk die bochten door, om menig reclamebord of andere schaatser te torpederen als je viel.
Ja de Polderweg, daar was altijd kermis. De vrouw met de baard, de sterkste man van de wereld, de Hollie Hollie lachtent, de lachspiegels, vechten met de beer en geld zoeken onder en vooral achter de grote schommels want er viel menigmaal geld uit de broeken! Toen was geluk nog heel gewoon.