Geboren in de Boetonstraat in 1953 herken ik veel van al deze verhalen. Vooral over de slachtplaats en de metaal- en oudpapier-handelaar op het Zeeburgerpad. Tijdens vakanties oude kranten ophalen en dan een bakfiets huren om alles weg te brengen. Mijn vader werkte in de bouw, ook bij de bouw van het Flevohuis, kon ik hem af en toe verse koffie brengen in een thermosfles, en tegelijkertijd stukjes koperdraad verzamelen. Dat bracht aanzienlijk meer op dan oud papier. Heb later toen ik van school ging nog 6 weken gewerkt bij Prins, de organenhandel achter het abbatoir. Verdiende goed, maar stonk verschrikkelijk.