Hallo Jan, wat een mooi verhaal over je grootvader! En wat roept het veel bij me wakker! Zoveel, dat ik haast niet weet waar ik moet beginnen.
Nou, eerst maar Busman, de groenteboer (inderdaad, de groenteman heette toen nog groenteboer). Daar ben ik ontelbare keren geweest, aanvankelijk aan de hand van mijn moeder, later ook alleen. In de zaak de oude Busman en - in ieder geval - zoon Ap, maar ik meen dat er ook nog een andere zoon bijsprong en heel vaag staat mij ook nog iets bij van een dochter. Zoon Ap, altijd vrolijk, lag - zoals ik constateerde toen ik wat ouder werd - zeer goed bij de dames, wat de omzet beslist ten goede kwam.
Schuin tegenover Busman twee schoenmakers, merkwaardig natuurlijk, op zo'n klein stukje straat; één, waarvan ik de naam niet meer weet, op de hoek van de Simon Stevin, de andere, waarvan wij klant waren, heette Casteleijn en verkocht ook aquariumvissen. En een merkwaardig spul dat "tubifix" heette. Ik zie de man nog zitten, achter zijn raam, links van de winkel, op bewonderenswaardige wijze weer iets fatsoenlijks makend van de, niet zelden afgetrapte, schoenen. Op vrijdagavond bracht hij altijd persoonlijk, in stofjas, de gerepareerde schoenen rond. Ging het om meerdere paren, dan kwam dat financieel niet altijd even gelegen. Ik zal maar niet herhalen wat mijn vader dan zei, als ik opendeed en meldde: "Pap, daar is mijnheer Casteleijn".
Ik zou je eigenlijk moeten kennen, Jan, want ik woonde ook in de Willem Beukelsstraat. Op nummer 4-huis, vanaf mijn geboorte in 1933 tot 1960, waarvan de laatste ruim drie jaar gehuwd/inwonend bij mijn ouders. 4-huis is op de foto bij jouw artikel de vierde deur van rechts. Op 2-huis, de eerste deur van rechts, woonde de familie Stam. Op 2-boven en 4-boven woonden Joodse families, respectievelijk Bloemendal en Hartog, die in de oorlog werden gedeporteerd en vermoord. In hun huizen kwamen later de families Lookman en Tjujerman.
Maar ik beken het maar eerlijk: ik kan me jou niet voor de geest halen. Dat komt waarschijnlijk ook omdat we niet naar dezelfde school gingen, want je had in die jaren toch wel een duidelijke scheiding der geesten: als kinderen van de (openbare) Willem van Outshoornschool hadden we niet veel op met die van de (christelijke) Koningin Wilhelminaschool. En zo ken ik jou niet, maar Jan en Tom Claus, waar jij boven woonde en die bij mij op school zaten, weer wél. En bijvoorbeeld Piet Voortallen, die tegenover jou woonde, wel, maar de jongens boven hem (ik meen dat ze Wolf heetten, of van der Wolf) weer niet. Wist je trouwens dat Tom Claus er nog steeds woont?!
Jan, ik ga stoppen, het zal niet de bedoeling zijn, dat een reactie op een verhaal langer is dan het verhaal zelf. Dan kan ik maar beter zelf eens wat insturen, wat ik binnenkort beslist ga doen. Het ga je goed! Gerard Busselman