Vroege jaren
Lucas Matter werd op 26 oktober 1871 te Meppel geboren als eerste kind van de rijkswegwerker Egbert Matter en Margien Huffenreuter. Hij werd vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde, Lucas Egberts Matter. Na zijn geboorte verhuisde het gezin vaak heen en weer tussen de plaatsen Meppel, Nijeveen en Havelte. In 1889 ging Lucas alleen van Havelte naar Zwartsluis om in 1890 weer terug te keren naar het gezin dat dan weer in Meppel woont. In januari 1897 vertrok hij alleen naar 's-Hertogenbosch. Op 1 december 1897 trouwde hij te Amersfoort met de Amersfoortse Willempje van Ree. Hoe hij haar heeft leren kennen is niet duidelijk, wel wordt hij in de huwelijksakte voor het eerst met een beroep aangeduid; agent van politie. Zijn vrouw ging met hem mee naar 's- Hertogenbosch en daar werd op 22 oktober 1898 hun zoontje Egbert geboren.
Vestiging in de Watergraafsmeer
Het jonge gezin Matter vestigde zich op 7 juni 1900 in de gemeente Watergraafsmeer te Noord-Holland. Zij woonden kort op Schoollaan 16 en daarna in een arbeiderswoninkje even voor Blooker op Weesperzijde 15-1. Daar werd in 1901 hun dochter Geesje geboren. Deze woninkjes waren alleen via een loopbrug naar de eerste etage bereikbaar. Lucas was vanuit het politieposthuis op de hoek van de Linnaeuskade en de Middenweg (naast de Oetewalerbrug) werkzaam als veldwachter. Het gezin woonde van 1900 t/m 1930 op verschillende adressen in de Watergraafsmeer: Schoollaan 16, Weesperzijde 15-1, Schoollaan 1, Ringdijk 61-I (?), Ringdijk 2, Wakkerstraat 9 hs, Linnaeuskade 30-II en Linnaeusparkweg 1-II. De Schoollaan heette later Eerste Ringdijkstraat. In 1930 verhuisde het gezin naar Archimedesweg 36 waar vader en moeder Matter tot hun overlijden zouden blijven wonen.
Circus
Toen het Amerikaanse circus 'Barnum & Bailey' in september 1901 naar de Watergraafsmeer kwam en met kolossale tenten op de terreinen achter Oud-Rozenburg (thans De Nieuwe Ooster) neerstreek moest de Watergraafsmeerse politie met twaalf man worden versterkt. De circustent bood 3.000 zitplaatsen! Lucas Matter vertelde aan schrijver Jaap Kruizinga dat het er zo druk was dat er over de hoofden gelopen kon worden. Hij moest met zijn collega's de orde handhaven bij dit immens grote evenement. Ondanks die extra inzet werd de oude inrijpoort van Oud-Rozenburg aan de Middenweg door de te brede circuswagens kapotgedrukt.
Kinderen
Op 17 januari 1902 voltrok zich een drama. De kleine Egbert werd tijdens het spelen overreden door paard en wagen. Het jongetje overleed ter plekke. Een klein krantenbericht met daarin enige fouten vermeldde op klinische wijze de tragische gebeurtenis. Volgens dit bericht was Egbert aan het spelen "voor de ouderlijke woning aan den Omval" terwijl zijn overlijdensakte "op den Ringdijk aan de Weesperzijde" als plek des onheils opgeeft. In het laatste geval zou het (vlak)bij café Schollenbrug gebeurd kunnen zijn, een bekende uitspanning in die tijd met een speeltuin voor kinderen. Op 26 september 1903 bracht de geboorte van een zoon weer wat geluk. Ook hij kreeg de naam Egbert. Helaas overleed hij op 5 april 1918 aan de Spaanse griep. Het echtpaar Matter-van Ree kreeg nog drie kinderen; Hendrik Margienus (1906), Jan (1909) en Gerritje Margien (1912). De oudste dochter Geesje, die lerares was op de christelijke kleuterschool Tryfosa ('Bewaarschool Trijfosa') in de Wakkerstraat, overleed in 1934 aan leverkanker. Volgens kleindochter Lies Reuvekamp-Barf hadden opa en oma Matter het heel moeilijk met dit alles maar bleven zij sterk door hun geloof.
Belevenissen
Het loon van een gemeenteveldwachter was niet hoog dus de promotie van Lucas tot brigadier in 1906 of 1907 zal zeer welkom geweest zijn. Oude krantenartikelen vertellen ons over twee van zijn belevenissen als brigadier-veldwachter. Op 20 augustus 1915 deed hij dienst en hield hij om 3 uur 's nachts een man aan die een fiets bij zich had waarop hij een zak met drijfriemen gebonden had. De laatste tijd werden er in fabrieken in en om Amsterdam inbraken gepleegd waarbij de daders de drijfriemen van de machines stuksneden en meenamen. Ook de politie van de Watergraafsmeer was dus op haar hoede. De man kon geen herkomst opgeven van de fiets en de drijfriemen. Hij werd zodoende overgebracht naar het politieposthuis aan de Linnaeuskade waarna men tot de ontdekking kwam dat deze veelpleger de fiets en de drijfriemen ontvreemd had bij de timmerfabriek van de heren Albers aan de Ringdijk. Eind juli 1917 liet Cees van Oostveen, veehouder van boerderij Goed Genoeg aan de Middenweg, aan de politie weten dat zijn grote wachthond gevaarlijk was geworden en losgebroken was van zijn ketting. Voordat de hond de straat oprende beet hij Van Oostveen in zijn hand. Brigadier Matter ging erop uit om het razende dier zo mogelijk dood te schieten. Toen de hond hem zag aanlopen sprong hij met geweld tegen hem op en de brigadier loste twee schoten met zijn dienstwapen. Het dier werd geraakt maar rende de straat weer op en beet een kip dood. Buurtbewoner dhr. Van Son wist met zijn jachtgeweer de dolle hond te doden.
Annexatie
Na de annexatie van de Watergraafsmeer door Amsterdam was er vanaf 1 januari 1921 geen sprake meer van een zelfstandige gemeente. Of Lucas toen meteen gestationeerd werd in het politiebureau in de Linnaeusstraat is niet bekend. Wel is bekend dat zijn vrouw in dat politiebureau schoonmaakte voor extra inkomsten zodat de kinderen konden studeren.
Koninklijke onderscheiding
Lucas kreeg in 1926 een Koninklijke onderscheiding toegekend; de eremedaille in zilver verbonden aan de orde van Oranje-Nassau. Deze onderscheiding zal niet alleen voor zijn jarenlange dienstverband bij de gemeentepolitie geweest zijn. Andere verdiensten moeten ook een rol gespeeld hebben. Zo was Lucas Matter in 1907 één van de oprichters van de Coöperatieve Bouwvereeniging "Helpt Elkander" in de Watergraafsmeer, werd hij in 1913 door de minister van financiën benoemd tot één van de tussenpersonen die in de Watergraafsmeer ouderen hielpen met het aanvragen van een uitkering vanuit de Invaliditeitswet en was hij sinds 1917 voorzitter van de onderafdeling van de Algemene Nederlandse Politiebond 'Watergraafsmeer en omstreken'. Het is zeer aannemelijk dat hij zich ook inzette voor de Rehobothkerk in de Zacharias Jansestraat alwaar hij gemeentelid was.
Politiecorps
Lucas had uiteraard vele collega's bij het politiecorps Watergraafsmeer. Een groepsfoto van dit corps werd aangeboden aan hoofdinspecteur Jan Biere ter herinnering aan de annexatie van 1921. Deze Jan Biere en brigadier Vlaskamp zijn meerdere malen getuigen in de geboorteakten van Lucas' kinderen. Er mag dus vanuit gegaan worden dat er een vriendschappelijke band bestond tussen de heren. Lucas is in 1933 met pensioen gegaan.
Overlijden
Op 13 juli 1948 overleed Lucas' vrouw Willempje en zij werd op 16 juli op De Nieuwe Ooster begraven. Lucas overleed in zijn huis, Archimedesweg 36, op 23 oktober 1955. Hij werd op 27 oktober, een dag na zijn geboortedag, begraven in hetzelfde graf als zijn vrouw.
Man van betekenis
We kunnen met een gerust hart zeggen dat deze in Meppel geboren man veel betekende in de Watergraafsmeer en Amsterdam-Oost. Daarom is het mooi dat ook hij een plek heeft gekregen op het Geheugen van Oost.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, AlleDrenten.nl, Archiefeemland.nl, Krantenarchief Delpher.nl, Lies Reuvekamp-Barf en de boeken '350 jaar Watergraafsmeer', 'Watergraafsmeer, van dorp tot stadsdeel' en 'Watergraafsmeer in oude ansichten deel 1' van J. H. Kruizinga.
Voor deel 1 en 2 van herinneringen aan grootvader Lucas Matter ga naar
Herinneringen aan mijn grootvader Lucas Matter (deel 1)
Herinneringen aan mijn grootvader Lucas Matter (deel 2)
Dit verhaal is geplaatst op de site Annexaties 1921 van Ons Amsterdam door Vrienden van Watergraafsmeer.