Halve woning in de von Zesenstraat
Marja de Wit kwam in 1961 na haar huwelijk met Henk vanuit de Crijnssenstraat in Amsterdam Oost wonen. De halve woning in de von Zesenstraat was erg klein: een huiskamer, alkoof en een keuken. Ze woonden vóór en hadden een eigen w.c. De bewoners die achter woonden hadden dat niet. Hun w.c. was op de gang in het trappenhuis. Ondanks de kleine woning was het in de von Zesenstraat toch erg gezellig, je hielp elkaar, paste op elkaars kinderen, je leefde meer op straat. Niemand had het breed. Op woensdag b.v. gehaktdag, dan kocht je een pond gehakt en deelde dat met de buren.
Grotere woning op de Kastanjeweg
Haar man Henk werkte als metaaldraaier bij Magifa in de Noorderstraat.
Toen ze 2 kinderen hadden werd het woninkje te klein en verhuisden ze naar een grotere woning op de Kastanjeweg nr. 7. Voor- en achterkamer met daartussen een alkoof en nog een kleine zijkamer en keuken. Daar hebben ze gewoond tot 1991 totdat sloop van het blok ze dwong te verkassen naar een nieuwe woning in de 3e Oosterparkstraat.
Al was de woning groter toch kon Marja eerst niet zo goed wennen. In de von Zesenstraat had ze meer tussen vrouwen van haar eigen leeftijd gewoond. Ze zaten vaak op straat lekker met elkaar te kletsen. Om te zitten ‘pikten’ ze kratten bij de groentenwinkel.
Veel winkeltjes
Wel waren er op het Kastanjeplein en omliggende straten heel veel winkeltjes: slagers, bakkers, groentemannen en bij Bijl op de hoek van de Vrolikstraat kon je eierkolen of 4-tjes bestellen. Al was het vaak een ellende met die kolenkachel als hij niet wilde trekken en ze waren dan ook blij toen er overgegaan werd op aardgas. Loodgieter Willms van het Kastanjeplein had het daar razend druk mee. Het was voor hem een gouden tijd, ze hadden heel veel bedrijfsauto’s rijden. Ook bezat Willms veel huizen op het Kastanjeplein. Hij werd de ‘hertog’ van het plein genoemd. Bij zijn begrafenis werd zijn kist in een koets met paarden naar de Oosterbegraafplaats gereden, terwijl de familie, vrienden enz. lopend de koets volgden.
.
Maar gaandeweg ging Marja zich thuisvoelen op de Kastanjeweg. Op het Kastanjeplein was een zandbak, ideaal voor de kinderen. De moeders zaten op de rand er omheen te kletsen en tegelijk op de kinderen te passen. Toen hij ouder was voetbalde haar zoon Richard met zijn neef Ron op het plein voor de Bonifatiuskerk. Daar waren ook een keer filmopnamen met Willeke Alberti, waarschijnlijk voor de Kleine Waarheid. Leuk om mee te maken natuurlijk.
"Uitjes in de wijnazijn"!
Op zondag kwam er een zuurkar door de straat. Je hoorde de koopman roepen: “Uitjes in de wijnazijn”! Je vloog dan gauw met een pannetje naar beneden en liet dat vullen met Amsterdamse uien en zure bommetjes of je kocht een panharing en een stuk zure leverworst.
Sparen deed ze in een ouderwets spaarbakje van Brabantia. Daar stond precies op waar het geld voor bestemd was. Soms pakte ze stiekem wel eens geld uit het vakje dat b.v. voor de vakantie was bestemd. Aan het eind van de week als ze weer huishoudgeld kreeg probeerde ze dat weer aan te vullen.
Marja herinnert zich nog een man met een houten been die langs de deuren kwam met handdoeken, theedoeken, sokken enz. Je kon bij hem kopen op afbetaling, midden in de week kwam hij langs en dan betaalde je ƒ 1,50.
Naar de camping in Bakkum
‘s Zomers gingen ze altijd naar de camping in Bakkum samen met het gezin van haar zwager Paul en huurden daar een huisje voor het hele seizoen. Het was vechten om een goeie plek te bemachtigen. Ze gingen er met de brommer heen.
De kinderen konden daar heerlijk spelen en je liep met een bolderkar waar alle spullen (en soms ook kinderen) in gingen door de duinen naar het strand in Castricum. Een heerlijke tijd was dat.
De tijden zijn wel veranderd, vooral het verdwijnen van de kleine winkeltjes betreurt Marja en de verbondenheid met de buren. Nu weet ze amper nog wie er naast haar wonen. Wel heeft ze veel contact met 3 vriendinnen waarmee ze iedere week gaat handwerken of iets anders leuks. Ook heeft ze een volkstuintje in de Watergraafsmeer waar ze de hele zomer doorbrengt. Amsterdam blijft haar stad. Daar wil ze niet vandaan.