De kerstboom staat al voor het raam
Dat uitkijkt op weleer
Vergane glorie van kitschige faam
Zo zijn er vast wel meer.
Ja kom gerust eens dichterbij
En kijk eens in die bal
Die grote zilveren maakt je blij
Met zijn nostalgische tranendal.
Zijn reflectie toont de hele straat
Die laan naar je verleden
Dat pad dat ieder mens wel gaat
De weg kwijt in het heden.
Daar loopt dat wicht weer van je buur
De venter met konijnenvellen
Die communist van het eerste uur
En de bakker die niet ophield met bellen.
De kolenman met zijn gesjouw
Wordt net zo gereflecteerd
Als de strontkarwerker in het blauw
En de vuilnisman ruw en verweerd.
De fluit van Blooker om half zes
Die stromen werkers door dat zilver laat lopen
De kindertjes net klaar met hun les
Op weg om wat snoepgoed te kopen.
De galante heer in zijn slecht zittend pak
In die bal zie je hem huiswaarts lopen
Kerstinkopen dragend met het grootste gemak
Want veel geld was er niet om te kopen.
Heel de stad moest weer worden opgebouwd
Dus bij schaarste stond je niet stil
Maar slechts zelden had iemand het echt benauwd
En menig ziekte genas zonder pil.
Kijk nog wat dieper in die bal
En bezie die totaal lege hand
Van dat hunkerend kind in dat tranendal
Thuis geen geld zelf beperkt in verstand.
Of hij ooit gevuld werd weet ik niet
Want ook wij hadden geen cent te makken
Maar een ieder die de bal door het venster ziet
Had wel de neiging die hand beet te pakken.
Met de waarheid als een leugenblad
En een telegraaf vol irritatie
Werd gebouwd aan onze nieuwe stad
Die de kroon werd van deze natie.
De tijd die heeft niet stilgestaan
Behalve in die zilveren pracht
Waar je voor het weleer zo naar binnen kunt gaan
En zelfs straalt in de donkerste nacht.
Geniet nog maar eens van die kerstboombal
Die de stem is van je geweten
Want er komt weer wat aan in een heel groot getal
En dan kun je hem echt wel vergeten.