De zwemzaal
In het Algemeen Handelsblad van 22 juni 1929 wordt uitgebreid verslag gedaan van een bezoek aan “het Sportfondsen’. Als eerste beschrijft de journalist het zwembad, of liever: de zwemzaal! In de zwemzaal zijn een bassin voor onderricht (10 bij 13 meter) en één voor geoefende zwemmers (15 bij 25 meter). De perrons (?) rondom de baden zijn lager dan de waterspiegel. Daardoor hebben de toeschouwers bij wedstrijden een beter zicht op het water. De inhoud van de beide baden bedraagt 1000 kubieke meter. Dat dit water regelmatig moet worden gereinigd is duidelijk. Daarvoor is een bijzondere ingenieuze methode ontwikkeld door Ir. Middendorp (zie voor een beschrijving het artikel bij dit verhaal).
Reiniging
Onder het grote bassin is een “vuilwaterkelder” gebouwd. Deze kelder heeft een inhoud die gelijk is aan de genoemde baden. Elke avond wordt de inhoud van beide baden in deze vuilwaterkelder opgevangen (binnen 15 minuten!). De bassins kunnen daardoor elke dag gemakkelijk worden schoongemaakt. Het spoelwater dat daarbij vrijkomt, wordt naar het riool afgevoerd. Daarna wordt een pomp in werking gesteld, het water wordt via de reinigingstoestellen geleid en naar de bassins teruggebracht. Eén en ander werkt geheel automatisch, het personeel hoeft daardoor geen nachtwerk te verrichten en elke zwemdag begint met een ‘schoon bad’. Het water wordt voor meerdere doeleinden gebruikt. Zo wordt het water bijvoorbeeld ook gebruikt voor de 76 (andere bronnen spreken van 46) douches! Telkens weer wordt het water gereinigd en hergebruikt. Het water van het Sportfondsenbad is water dat wordt ontrokken aan de Vecht. Dagelijks wordt een hoeveelheid ‘Vechtwater’ gereinigd zodat het water wordt ontkleurd en ontdaan van de opgeloste organische stoffen.
ga naar deel 9 : https://geheugenvanoost.amsterdam/page/37685/problemen-voor-en-rond-de-opening-van-het-sportfondsenbad