Jaap Kruizinga werd op 23 juli 1913 geboren in de toenmalige gemeente Watergraafsmeer, in de Steijnstraat, die in 1921 (een jaar na de annexatie door Amsterdam) Celciusstraat ging heten.
Op 23 juli 2013 zou hij dus 100 jaar geworden zijn als hij nog geleefd had. Wat zou het geweldig zijn als op die dag bekend gemaakt zou worden dat er een heus Watergraafsmeer museum gaat komen.
Het gezin Kruizinga was gereformeerd en bestond uit vader, moeder, 4 zonen en 4 dochters. Zijn vader was timmerman.
Jaap ging eerst naar de Julianaschool in de Fahrenheitstraat, de Koningin Wilhelminaschool in de Corn.Drebbelstraat en vervolgens naar de gereformeerde kweekschool in de Kerkstraat om opgeleid te worden tot onderwijzer.
Toen al zwierf hij liever met zijn fototoestel door Amsterdam samen met zijn vader die hem allerlei gevels aanwees en erover vertelde.
In 1934 behaalde hij zijn onderwijsakte. Hij werd onderwijzer op diverse scholen o.a. op zijn oude lagere school in de Fahrenheitstraat en op de Funenschool bij de Zeeburgerdijk, waar hij nog les heeft gegeven aan Karel Appel.
In de 2e Wereldoorlog belandde hij vanwege een onvoorzichtige daad voor 76 dagen in het Huis van Bewaring op de Weteringschans. Hij schreef daar op 300 wc-papiertjes die hij de gevangenis uitsmokkelde het kinderboek Roetje, het gevangeniskatje.
Kort voor de oorlog had hij zijn vrouw, To Migchilsen, leren kennen waarmee hij in 1943 trouwde en met wie hij op het Robert Kochplantsoen 25 ging wonen.
In de hongerwinter van 1944 kon er geen les gegeven worden en zocht Jaap verpozing in het Gemeentearchief op de Amsteldijk. Daar ontdekte hij het nog goeddeels onuitgepakte archief van de opgeheven gemeente Watergraafsmeer. Hij groef zich in en was voorgoed verkocht. Uiteindelijk schreef hij acht boeken over dit stadsdeel.
Ook werd door hem, samen met gevelstenen-expert H.W. Alings, de nog steeds bestaande Vereniging voor Heemkennis “Ons Amsterdam”, verdeeld in een aantal afdelingen, opgericht. Een vereniging voor Amsterdam-liefhebbers die niet alleen over Amsterdam wilden lezen, maar ook lezingen en excursies over en in de stad wilden meemaken. Hij schreef ontelbare artikelen voor het blad Ons Amsterdam.
In 1950 werd hij voorzitter van kring Oost, in 1956 algemeen penningmeester en in 1957 voorzitter van de vereniging. Dat bleef hij tot 1981. Pas in 1993 nam de 80-jarige afscheid als voorzitter van die kring.
In 1955 liet hij een gevelsteen met een zwaan – symbool van de Meer – inmetselen in de gevel van zijn huis aan het Robert Kochplantsoen. Die steen uit 1762, afkomstig uit het toegangshek van de polder, kocht hij voor vier tientjes bij een Haagse antiquair. En in de jaren zeventig haalde hij bovendien, nog nét voor de vuilniswagen kwam, de ambtszetel van de laatste burgemeester van de Watergraafsmeer van de stoep van het oude kantoor van Gemeentewaterleidingen op de Nieuwe Herengracht. De stoel staat nog steeds in de huiskamer van huize Kruizinga.
In 1975 overleed zijn vrouw. Hij trouwde later met Elika Poll, die zijn archief ging beheren.
Hij schreef 29 boeken over Amsterdam, 14 schoolboekjes en 45 delen in de AO-reeks. Maar hij zal toch het meest herinnerd worden als de schrijver van de boeken over de Watergraafsmeer. In 1996 overleed Jaap Kruizinga. Zoals hierboven reeds genoemd liet hij een rijk oeuvre aan boeken na.
Hij werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats, waar een gevelsteen met de zwaan zijn graf siert en de navolgende tekst is ingegraveerd: 'De liefde tot de Meer was hem aangeboren.'
Wij zijn hem dankbaar dat hij ons zoveel moois over Amsterdam heeft nagelaten. Maar als Geheugen van Oost zijn wij natuurlijk het meest in zijn boeken over de Watergraafsmeer geïnteresseerd.
Als er ooit een Watergraafsmeermuseum zal komen stellen wij voor om een zaal naar Jaap Kruizinga te vernoemen.
Jo Haen-van Langen
Met dank aan mevr. E. Kruizinga-Poll.
Ook dank aan Ron, voor zijn steun en altijd opbouwende kritiek.