Na de Kerst hielden wij kerstbomengevechten, de Christiaan de Wetstraat tegen de Louis Bothastraat. Wij verzamelden kerstbomen in grote bergen om op te branden. Het ging soms hard tegen hard en er sneuvelde wel eens een voorhoofd als er nog een spijker in één van die kerstbomen zat. Toen ik kind was, waren er nog maar weinig auto’s en we speelden voetbal en honkbal op straat. Wanneer er een auto langskwam, dan stopten wij even. Mijn broer is een keer samen met een buurjongen door de politie naar bureau Linnaeusstraat meegenomen. Er was met voetballen een ruit gesneuveld bij het GEB. De politie kwam om zes uur bij ons thuis langs om te zeggen dat mijn vader mijn broer op kon halen. Mijn vader zei toen: "We eten eerst even af." Hij was wel wat gewend, mijn vader, ik kom echt uit een voetbalfamilie. Vanaf mijn negende voetbalde ik bij CVV de Geuzen. Mijn oom was daar voorzitter, mijn vader en een andere oom jeugdleider. Van bijna elk gezin uit onze familie voetbalde er wel iemand bij de vereniging. Wij gingen nooit op vakantie, wij voetbalden altijd. Mijn vader trok de lijnen op het veld. Mijn broer was spits en hij heeft met het schoolelftal tegen Johan Cruijff gevoetbald. Wim van Laar en mijn broer konden allebei naar Ajax, waar Johan Cruijff toen al bij de jeugd voetbalde. Maar mijn broer mocht niet omdat hij dan op zondag zou moeten spelen en wij waren gereformeerd. Spijtig, want hij had ver kunnen komen.
Wij eten eerst even af
Mijn broer had bij Ajax kunnen spelen, maar mocht niet.
10361 keer bekeken