Haar hele leven woont ze al in haar geboortehuis in Betondorp. Ze was enigst kind en ging met haar ouders mee op de motor (DKW). Ze zat dan tussen haar ouders in met een kussen ertussen. Voor een ijsje ging ze naar de ijstent op de hoek Middenweg/Brinkstraat en voor één gulden kon je bij Ajax naar het voetballen.
Op de Zaaiersweg zat ze op de kleuterschool en haar lagere schooltijd bracht ze door op de Groen van Prinstererschool. Adrie speelde jarenlang korfbal bij Oosterpark. Die club was gevestigd bij de speeltuin aan het Onderlangs. Ze was vooral goed als “paaldame” (voor korfballers een bekende term). ’s Avonds speelde ze in de oude RAI. Ze heeft een keer meegemaakt dat er tijdens een wedstrijd een scheidsrechter flauwviel. Kampioen is ze nooit geworden. “We verloren altijd,” zoals ze zelf zegt. Ook heeft ze op de gymnastiekvereniging DOC gezeten.
Adrie was een sportieve dame, want ze kon ook nog heel goed schaatsen. Op het water bij de Transvaalkade/Ringdijk deed ze in 1954 mee aan een wedstrijd kortebaan (50 of 100 meter, dat weet ze niet meer) en werd 2e van Amsterdam in haar categorie, ondanks het feit dat ze op kunstschaatsen reed! Emmie Metz werd 1e. Jeen v.d.Berg, die dat jaar de Elfstedentocht had gewonnen, reikte de prijs uit.
Bij Slagerij Korrel, ook nu nog steeds in Betondorp, kregen de klanten een plakje zelfgemaakte worst. Toen hij ging stoppen, stelde hij in de winkel zijn opvolger voor: zijn zoon, een lange magere jongeman, die net zijn slagersdiploma had behaald. Er waren vroeger veel winkels in Betondorp. Maar ook nu, anno 2009, is er nog een supermarkt, een slager, een bakker en apotheek. Adrie haalt daar nog steeds al haar boodschappen.
Dit verhaal is een van de vele verhalen die opgehaald zijn tijdens het project 'Ouderen herinneren in Oost' waarin ouderen uit Betondorp eind 2009 onder begeleiding herinneringen ophaalden in het Brinkhuis. Met dank aan het OranjeFonds voor het mogelijk maken van dit project.