Auto's werden in de jaren vijftig nauwelijks afgesloten. We glipten als kind dan ook vaak naar binnen om achter het stuur plaats te nemen. Zo ook op die ongelukkige dag in 1955 op het Waterlooplein. In een van de auto's vonden we een doosje lucifers. Op weg naar huis lag langs de Amstel bij het Oudemannenhuis (de huidige Hermitage) een grote berg cellulose waarop tientallen kinderen speelden. We namen een pluk cellulose en probeerden of het brandbaar was. Boven alle verwachting! Er volgde een steekvlam en we gooiden de pluk weg, helaas op de berg cellulose. In zeer korte tijd stond het in lichterlaaie. De kinderen maakten dat ze wegkwamen, de ramen van het Oudemannenhuis sprongen en de vlammen stegen hoger dan het dak. Henkie, Johan en ik vluchtten weg, maar een vrouw op driehoog had ons gezien en schreeuwde: "ik ken je wel, dikke, ik vertel het de politie." Ik ging zonder eten naar bed. Een paar uur later kwamen twee mannen in lange leren jassen en met hoeden op bij mij thuis. Ze toonde me een stukje cellulose en vroegen me wat het was. Ik bekende. De volgende dag moesten we naar het bureau om een verklaring af te leggen. Mijn vader was in alle staten. Persoonlijke ongelukken hadden zich niet voorgedaan, maar de schade bleek 200.000 gulden te zijn. Maanden later volgde de rechtszaak en uiteindelijk het vonnis: de firma werd aansprakelijk gesteld wegens slordige opslag.
Cellulose
In zeer korte tijd stond het in lichterlaaie. De ramen sprongen en de vlammen stegen hoger dan het dak.
3451 keer bekeken