Zondagmiddag in maart. Ik ben alleen. Het stormt. Ik wil even uit huis. Ik wil ook een autoritje maken en besluit naar ’s-Graveland / Hilversum te rijden. Daar zijn oude buitenplaatsen met rijk aangelegde tuinen en wandellanen. Last van de wind heb ik er niet. Op de buitenplaats Boekesteyn is het bezoekerscentrum van NATUURMONUMENTEN gevestigd. Ik ben al lang lid, want toen ik 10 jaar was heeft mijn vader mij opgegeven. Ik koop een set instructieve zoekkaartjes en een fietskaart Gooi/Vechtstreek. Omdat ik bijna 60 jaar lid ben, biedt de mevrouw aan de kassa mij koffie aan. "Ik breng het u wel: roept ze. Ik ga aan een tafeltje zitten en er komt een echtpaar bij. Zij bieden mij een lekker stuk koek aan en de mevrouw brengt de koffie. Ik ben ineens helemaal niet alleen.
Ik besluit nog wat te blijven en bekijk het tijdschrift 'Heemschut beschermt cultuurmonumenten' van dec.07. Bewust? Onbewust? Mijn oog valt op een artikel over Peter Alma -geboren 1886... In gedachten ben ik terug in Amsterdam-Oost. In de hal van het Amstelstation heeft Alma in 1939 wandschilderingen gemaakt. Deze kunstenaar hoort bij de groep van Mondriaan en Van Doesburg. Bij zijn zoektocht naar een werkvorm, óf figuratief óf abstract, vindt hij zijn weg naar het kubisme. Alleen de belangrijkste vormen en lijnen geeft hij weer in zijn werk. Zijn onderwerpen geven de functie van het gebouw weer. In de hal van het Amstelstation beeldt Alma de wereld van het reizen uit. Momenteel schrijft drs.Luermans een monografie over de kunstenaar en er komt een tentoonstelling in het museum van moderne kunst van Arnhem, lees ik. Ik pluk nog een sneeuwklokje op buitenplaats Boekesteyn en rij dan naar Amsterdam-Oost. Als ik terug ben in de Pretoriusstraat is het al bijna donker, ook verderop in het Amstelstation staan de muurschilderingen van Alma in de schemer.