Het begint al als ik uitstap op het Amstelstation. Er is veel veranderd. Toen ik twaalf jaar geleden voor het eerst alleen met de trein naar Amsterdam mocht om mijn oom en tante te bezoeken, vonden mijn ouders het maar niets, dat Amstelstation. Maar nu valt me op hoe men de boel opknapt. Door de stof heen zie je hoe mooi het gaat worden. Dat geldt eigenlijk ook voor de omgeving.
Ik heb nooit in Oost gewoond. Maar ik kom er met enige regelmaat. Als ik van het Amstelstation de wijk inloop, voelt het vertrouwd. Het mooiste is om die wandeling te maken op een zaterdagmorgen rond een uur of half tien. Al wandelend kijk ik naar de oude gevels die sinds een paar jaar weer opgeknapt worden. Vroeger was het een sombere wijk. Donkere baksteen zover als je kon kijken. Nu breekt er een zonnestraal door. De bakstenen gloeien op in een warme kleur. De grijze grauwsluier die over de wijk hing, is aan het vervagen.
Mijn eindbestemming is de Pretoriusstraat, de leukste straat van Oost. Door de bomen doet het ook wat anders aan dan de andere straten. Iets voor de tandarts, de vroegere winkel van mijn tante, stop ik bij de bloemist. Met een onvervalst Amsterdams accent prijst hij z'n tulpen aan. Ik neem een bosje mee en bel aan. De eikenhouten deur schiet los. Van boven aan de trap klinkt een hartelijk 'hallo'. Ik ben even thuis in Oost.
Op bezoek
Mijn eindbestemming is de Pretoriusstraat, de leukste straat van Oost.
2408 keer bekeken