Mijn vader, Meijer Verdooner, was zakelijk een harde man, maar vooral een harde werker. Hij kon dan een echte doorbijter zijn. Waar hij niet tegen kon was onrechtvaardigheid. Hij hield er niet van om in de maling te worden genomen, laat staan uitgescholden. Zo was hij eens uitgescholden voor “Oude Rotjood". Dat pikte hij dus niet! Die reactie leverde de boosdoener een kapot kunstgebit op en mijn vader een boete. Maar omdat hij het bedrag, bedoeld om de reparatie van dat kunstgebit te betalen, niet in één keer kon betalen, kreeg hij uitstel. Hij mocht in termijnen betalen. Maar ja, hij vergat wel eens een termijn. Dat betekende wel dat het kunstgebit pas gerepareerd kon worden nadat alles was voldaan. Mijn vader heeft later wel verteld dat hij nog nooit zo lang ‘plezier’ heeft gehad van een klap.
Door de drukte vergat hij wel eens wat, het was geen onwil. Een ander voorbeeld was dat hij vergeten was dat de weegschaal uit de winkel ‘geijkt’ moest worden. Ook dat leverde weer een fikse bekeuring op. Temeer omdat hij flink tekeer ging tegen de controleur. Dat leverde later wel weer een bijzonder moment op. Een dag later namelijk was er een politiebal waar mijn ouders voor waren uitgenodigd. Daar kwamen altijd veel bekenden en mijn vader amuseerde zich kostelijk. Waar hij niet zo van hield was de polonaise. Maar ja, als je er nu toch was, moest je wel mee doen. Het was de bedoeling dat je met je linkerhand steunde op je voorganger en met je rechterhand het been van de voorganger vasthield. Je kreeg dan een hinkelende polonaise. Wat hij echter niet in de gaten had, was dat zijn voorganger de controleur van het IJkwezen was, dezelfde man die hem een dag eerder had bekeurd.