Mijn ouders wisten niet waar ze aan begonnen, toen ze in 1960 de ijssalon aan de Sumatrastraat 89 kochten. Tien jaar lang werd ons leven door de ijswinkel geregeerd. Tien jaar lang waren we, in ieder geval zomers, aan de Indische buurt gekluisterd. Samen met het Chinees-Indonesisch restaurant Kota Radja waren we, denk ik, de eerste etnisch ondernemers in de buurt.
Een normaal gezinsleven was er in de zomermaanden niet. Mijn vader zagen we zomers alleen als we naar de ijswinkel gingen. Mijn moeder was ’s morgens thuis tot een uur of twaalf en dan kwam de oppas: soms Opa en Oma van moederskant, vaker Nonno en Nonna van vaderskant en in de eerste jaren mevrouw Scherpenisse, de vrouw van wie mijn ouders de ijswinkel hadden gekocht. Maandag was echter wél gezinsdag: de vrije dag van mijn ouders, en dus ook van ons. Wij mochten legaal spijbelen op die dag, kom daar nu nog maar eens om, en gingen dan tochtjes maken: zwemmen in Muiderberg of wandelen in het Spanderswoud. Hoewel mijn ouders weinig thuis waren, voelden wij ons niet verwaarloosd.
Toch begon het aan mijn ouders te knagen dat ze de opvoeding voor een deel aan anderen moesten overlaten. Na tien jaar verkochten ze de ijssalon daarom aan een nieuwe generatie etnisch ondernemers: de Siciliaanse familie Paparo, die naast het ijs ook koffie en pizza begonnen te verkopen. Zij verkochten de salon jaren later weer aan mensen die er een shoarmatent van maakten, en de laatste jaren voor de buurt werd platgegooid, was het, als ik het me goed herinner, een coffeeshop. Zo staat de winkel aan de Sumatratraat 89 ook een beetje model voor de ontwikkeling die de Indische buurt heeft doorgemaakt.
-----------------------------------------------------------------------
Voor meer verhalen over IJssalon Massaro ga naar
Drukte in de winkel en
Van terrazzowerker naar ijsbereider.