Helaas een zeer verouderde, verkrotte woning op de 3e etage. Spoedig werd daar hun 1e kind geboren. Er was geen douche of lavet, de wind blies door alle kieren heen, het tochtte zeer. “Het was zó koud, dat we met z’n allen sliepen in de huiskamer! Om te douchen gingen we naar het Badhuis, de was werd provisorisch op een wasplank gedaan en de kieren probeerden we zoveel mogelijk te dichten. Toch bleef het koud! Echter, we waren gelukkig met mekaar!!”
Stadsvernieuwing.
In het kader van de stadsvernieuwing rond 1980 werden grote delen van de Indische Buurt gesloopt of gerenoveerd. Wethouder Jan Schaefer was een voorvechter voor betaalbare woningen. Zijn uitspraak was: “In gelul kan je niet wonen”. Ook de verkrotte delen van de Minahassastraat werden gesloopt. Bea en haar man waren koning te rijk, toen ze een nieuwe woning in dezelfde straat kregen! “Een goed geïsoleerde woning met 3 slaapkamers, een douche én CV! De kou in huis was verdwenen. Ook kwam er een wasautomaat.”
De Indische Buurt
Bea kan zich uit die jaren ’80 en ‘90 niet meer zoveel winkels in de Indische Buurt herinneren. Zelf deden ze hun boodschappen bij Jac. Hermans, één van de eerste supermarkten in de buurt of ze gingen naar de Dirk vd Broek in Noord. Tram 10 reed er nog van het eindpunt Molukkenstraat, naar de Van Hallstraat in West. Bea was huisvrouw en zorgde voor de inmiddels 3 kinderen: 2 zonen en een dochter, haar man werkte. De kinderen zaten op de Batjanschool en het vervolgonderwijs in de buurt. “Ze zijn gelukkig alle 3 goed terecht gekomen: de beide zonen wonen in Diemen en Den Bosch, de dochter in Almere. Ons contact is heel goed.”
Werk en tegenslagen
Nadat de kinderen groot waren, heeft Bea met plezier als huishoudelijke hulp bij Amsterdam Thuiszorg gewerkt. Totdat ze thuis rond 2003 helaas met een woningoverval te maken kregen. Dit heeft zo’n grote impact gehad op Bea en haar man, dat Bea ziek werd en het werken niet meer lukte. Achter de geraniums zitten is echter geen optie voor Bea geweest: ze doet al vele jaren als vrijwilligster met allerlei activiteiten in Oost mee. O.a. in het Sportfondsenbad Oost, waar ze een lange tijd verantwoordelijk was voor de koffiedienst en de registratie. In 2013 overleed haar geliefde man, hij wordt nog steeds gemist door Bea en haar familie!
Onze kennismaking en verder………..
Bea en ik leerden elkaar kortgeleden kennen, op de Vrijwilligersavond in de Q-factory in de Oostpoort. We waren uitgenodigd door de Gemeente Amsterdam, als dank voor het vrijwilligerswerk. Bea en ik kwamen naast mekaar te zitten. Bea doet ook nog vrijwilligerswerk via Civic: ze verzorgt samen met andere vrijwilligers de koffie-inloop in de Flevopoort, in de Salon. Een mooie, gezellige ruimte, bij het Flevohuis, waar mensen uit de buurt samenkomen voor een praatje, spelletje en koffie natuurlijk. Ook u als buurtbewoner bent van harte welkom! Verder gaat Bea met regelmaat naar haar kinderen en kleinkinderen en kookt ze voor haar zieke schoonzus.
De toekomst
Hoe ziet Bea haar toekomst? “Ik leef bij de dag, ben tevreden en probeer goed te doen voor de ander. Ik heb vertrouwen in de toekomst, als die maar wél in de Indische Buurt is!”