Elders op de site van Geheugen van Oost wordt een klein tipje van de sluier opgelicht over het speeltuinwerk in Betondorp. Daar moet ook een vereniging achter de schermen hebben gezeten, die sociaal maatschappelijke activiteiten ontplooide. Natuurlijk waren er mensen bezig met het onderhoud, maar ook waren, voor zover ik weet, er de zaterdagse filmvoorstellingen met vooral cowboyfilms in het clubhuis en werd er onder leiding van vrijwilligers getimmerd en gefiguurzaagd. Maar het meest gaat mijn herinnering terug naar de operetteclub, waaraan ik met veel vreugd heb meegedaan.
Het begon eigenlijk zo rond 1950, ik was toen een jaar of tien, met de oprichting van een zangclubje onder leiding van de heer Böke. Daar bleek wel veel animo voor te bestaan. Om daar te komen was er een ingang aan het Onderlangs. Over het repertoire kan ik me alleen nog maar herinneren dat Böke zelf een liedje had gecomponeerd: ”Twee kikkertjes op en hekkie”, maar dat ging er bij de jeugd van toen niet echt in. Na een paar repetities gaf de dirigent het op. Ik denk ook dat hij ziek werd.
De speeltuinvereniging probeerde het daarna met een operetteclub. Er werd een mevrouw (haar naam ben ik helaas óók vergeten) aangetrokken, die helemaal uit een dorpje boven Amsterdam moest komen met ‘de Kikker’, een trammetje dat allang niet meer rijdt.
Ze bleek de juiste vrouw en pakte het stevig aan met het instuderen van kinderoperette ‘De Sneeuwkoningin’, een sprookje van Andersen vol prachtige liedjes, scénes en solorolletjes. Zo was ik een hyacint in ‘de tuin der vergetelheid’, een Noordenwind, die een heel schip had doen vergaan en een stroomnimf, die maande tot vluchten. Op internet kan ik over deze operette niets meer vinden, misschien is de partituur verloren gegaan. Maar onze uitvoering in het Willebrordushuis in Duivendrecht was een groot succes. Gelukkig heb ik daar nog een paar foto’s van.
Na deze geslaagde uitvoering van ‘De Sneeuwkoningin’ werd ‘Zigeunerleven’ over een vermist kind, dat door Zigeuners geroofd zou zijn op het repertoire gezet. Ook mijn broertjes Arno en Peter deden daar aan mee als politieagent.
We repeteerden in de gymzaal van de voormalige school aan het Zuivelplein. Om daar te komen gebruikten we de ingang aan het Onderlangs.