Bij de introductie van Oostpoort hoort de inwijding in haar vocabulaire. Ja, al meteen na mijn besluit om hier aan de Polderweg te gaan wonen, bleek deze locatie aanleiding te geven tot een vocabulaire. Zo kwam ik direct te spreken over: bij mij op het dorp. Want ook al is dit een deel van Amsterdam, dit buurtje is duidelijk afgekaderd – en wel door spoordijken, ringvaart en de aloude Linnaeusstraat, die het dorp uitleidt naar de grote stad, en aan de andere kant de lommerrijke Watergraafsmeerpolder in.
Wat vinden wij hier op het dorp van Oostpoort? We vinden hier heel dorpsachtig: een Polderweg. Deze is genoemd naar de Overamstelpolder, waar het dorp in ligt. Om de naam had ik deze weg nooit moeten kiezen, want de polder is wel mijn minst favoriete landschap. Afgezien hiervan is de Polderweg een begrip in Amsterdam. Wie een kat of hond wilde, ging eenvoudig naar… de Polderweg. Deze was in 100 jaar synoniem geraakt aan het dierenasiel hier. Ook al niet geschikt voor een verhaal op feestjes.
Juist wel positief is: op de Polderweg sta je tenminste met beide benen op de grond. Want pas op: hoe verraderlijk is dit dorp! Verlaat je de veilige Polderweg om het dorp in te duiken, dan verlies je onverhoeds alle vaste grond en word je plotseling opgetild naar gevaarlijk etherische hoogten! Namelijk regelrecht naar Utopia. Dit is wel mooi, maar het bestaat niet.
Overigens houd ik daar wel van: een ideaalbeeld om na te streven, geeft inspiratie en beweging.
Dat blijkt ook wel. De volgende etherische hoogte heet maar liefst: Walden. Walden is ook al een ideaalbeeld, namelijk van een samenlevingsvorm, in Bussum uitgeprobeerd door Frederik van Eeden in navolging van Henry Thoreau. Wat wilde deze kolonie Walden? Zij wilde: transcendente individuen verzamelen voor een voorbeeldige gemeenschap. Nou, dat is ook mijn idee. Mensen die de waan van de dag weten te ontstijgen, kunnen de wereld redden.
Het is uit de kunst, dit idealisme op de vierkante kilometer. Doe mij er nog wat van. Het straatje Walden komt uit op: Atlantis – het mythische land waar de bewoners leefden in volmaakte harmonie.
Maar wacht - vanuit Atlantis komen we op Avalon: het eiland dat slechts bereikbaar is voor diegenen, die in staat zijn de magische boot te roepen. Transcendente individuen dus, die ook makkelijk het Nirwana bereiken: de opperste geestelijke staat.
Let wel: dit zijn geen boektitels, maar straatnamen. Als men eenvoudig vraagt: “Wat is uw adres?” antwoord je langs je neus weg: “Walden 39.” “Atlantis 10.” “Avalon 308.” Hoe louterend zal dit zijn!
En we zijn nog lang niet rond! Het dorp biedt, vermomd als straatje, de meest idyllische tuinen om aan te wonen: het El Dorado, het mythische goudland, het Arcadia, het land vol bloemen, fruit en bossen, natuurlijk het Paradijs, de hemelse tuin, dan de Tuin van Hera, de Griekse mythologische tuin, ten overvloede de Hof van Eden, dat aardse paradijs, en tenslotte: het Land van Cocagne. Hier is de utopie toch werkelijk gerealiseerd: in het Land van Cocagne vliegen de gebraden ganzen door de lucht, groeien de pannenkoeken aan de bomen en zijn de rivieren van limonade!
Alles wat betekenis kan geven aan het leven juich ik toe. Maar dit is wel een hoogmoedige opeenstapeling van wensbeelden!
Dat moet men ook hebben ingezien, want er is voor compensatie gezorgd. Namelijk met het Dulcie Septemberpad. Deze anti-apartheidsactiviste moest het hoofd natuurlijk wel koel houden. Ook compensatie komt van de allerminst utopische Oranje-Vrijstaatkade. Over de Afrikaander herkomst hebben we het nu niet. Maar er is nog een associatie, een sympathiekere: die van de Oranjevríj-staat van Roel van Duyn. Deze Oranjevríj-staat was een Kabouterland met een regering. Deze regering bevocht het consumentisme. Is dit sindsdien niet alleen maar urgenter geworden?
Urgent ja, maar nog altijd een wensbeeld.
Nee, werkelijk tegenwicht voor die overmacht aan utopisme kan toch alleen het laagveen van mijn Polderweg bieden en zo op het dorp de harmonie bewaren.
www.helengerretsen.nl