Ome Gerrit van der Heyden van een agent van politiebureau in de Linnaeusatraat. Tot een van zijn taken behoorde ons uit de bosjes jagen die laats de spoorbaan op de Tugalaweg stonden. Ome Gerrit stapte nooit van zijn fiets af en gebaarde ons ( als hij ons te pakken had gekregen met gebaren) voor hem uit naar het politiebureau te lopen. Dat vond hij kennelijk straf genoeg en dat was het ook, want vlak voor het bureau riep hij meestal met donder stem: Zo en laat ik je niet weer in de bosjes zien. Je weet dat ik een gummistok heb. Je hebt nu geluk en opgedonderd. Ja ome Gerrit, was dan de reactie van de overtreder. Een paar dagen later zelfde verhaal.In de oorlog bewaarde hij mijn boeken toen de razzia's al aan de gang waren. Na de oorlog kreeg ik ze ongeschonden terug. Alsnog bedankt ome Gerrit