Hij was de lul.
Nu was hij er inmiddels wel aan gewend, want hij was immers altijd de lul, dus nu ook weer.
Het was weliswaar de schooltijd van z'n leven, maar uiteraard besefte hij dat toen nog niet, want hij was toch die lul?
Altijd maar opdraaien voor de ongein van anderen en dan nét op het moment dat de meester zich omdraaide zat iedereen keurig recht en was hij weel de lul.
Hij kon er inmiddels wel een boek over schrijven maar ja, of Bouwmeester dat in de schappen van haar boekwinkeltje aan zou prijzen?
Vertrouwd was het wel, daar in die hoek. Keurig netjes met de handen achter de rug gevouwen en de neus haast tegen het vaalgele mastiek dat hem inmiddels wel heel vertrouwd voorkwam; die lul in zijn driekwart korte broek en z'n geruite hemd met korte mouwen.
Pijn had hij ook, maar zelfs daaraan was hij intussen gewend, getuige de littekens op allebei z'n handen waar menig liniaal en rietje hun gram op hadden gehaald.
Terwijl achter hem de les voortdreunde visualiseerde hij hoe het anders kon... ja, anders zou zijn; ooit, in een verre toekomst.
Voor zijn geestesoog en tussen het ruwe patroon van matig metselwerk voltrok zich een transformatie en voelde hij zich langzaam opgezogen worden in een toekomstbeeld, dat hem niet alleen bescherming bood, maar tevens een gevoel in hem wakker maakte dat hij tot dusver niet had gekend.
Macht.
Als bij toverslag verwerd de jarenlange frustratie tot agressie en plots waren zijn geschonden handen gevuld met een knipmes en boksbeugel in het linker, en een heuse Beretta in het rechterknuistje.
"Jullie kunnen nu mooi allemaal de kolere krijgen, want nou maak ik jullie kapot!", brieste hij, terwijl hij zich razendsnel omdraaide om het vuur te openen op al die vermeende vrienden die hem overal voor op lieten draaien en die sadist van een meester eerst een mes tussen z'n ribben te planten en vervolgens die gehate tronie met de boksbeugel te bewerken.
Twee lange stappen kwam hij er mee door, terwijl alle kinderen in pure paniek achteruit deinsden, en toen was er die afgrijselijke draai om z'n oren die ze deden suizen, zodat hij het "Terug in je hoek, jij" nauwelijks kon horen, want hij was immers de lul.