Wij kochten onze levensmiddelen bij de vroegere Albert Heyn toen deze nog een gewone kruidenier was met een toonbank met een weegschaal erop. De suiker en andere waren werden nog per ons of pond in papieren puntzakken, of bruine vierkante zakken afgewogen. Je ging erheen met een boodschappenboekje of lijstje. Je moest altijd erg lang wachten voor je aan de beurt was, zeker op zaterdag. Alles moest worden afgewogen. Tegen het eind van de vijftiger jaren werd de winkel omgebouwd tot de eerste zelfbedieningswinkel in de buurt. Bij het begin van de winkel stonden metalen mandjes waar je zomaar zelf je boodschappen in mocht doen. Eigenlijk durfde je in het begin amper te pakken, je had het gevoel of je iets pikte.
Daar heb ik ook kennis gemaakt met de eerste potatochips.
In de winkel stond een juffrouw in een koekenpan wat chips op te warmen die je kon proeven. Mijn moeder heeft toen een zak gekocht en mijn vader laten proeven. Hij vond er niet veel aan. De eerste zakken chips werden ongezouten verkocht. Bijgevoegd zat er een in blauw papier wat dichtgedraaid was tot een zakje, het zout.