Het verhaal doet mij denken aan het lied dat wij vroeger op een grammofoonplaat hadden. nl. het fiere schooiershart. Ze was als een dirne in zij en in kant en liep naast een sjieke meneer. Toen lei ze oh god nog een gulden in mijn hand en keek met een lach op mij neer. Ze zag niet de traan van de sjofele vent, die het geld het water in smeet. (het was zijn dochter) Een krach op de beurs, mijn zaken failliet. Veel is niet wat je ziet...
Maar ik voelde mij wel gelukkig als kind wanneer ik op de markt rondliep en de koopmannen hun werk zag doen. Bij slager Krijnen de boodschappen voor mijn moeder deed en een stukje worst toe kreeg.
Vrijdags naar de vishal om gebakken bokking te kopen. Ach, het zijn kleine herinneringen die een gevoel van veiligheid geven.